-
1 entrepot
1 entrepôt, bonded warehouse♦voorbeelden:1 goederen in entrepot plaatsen/opslaan • place goods in bond, put goods into bondin entrepot verkopen • sell in bond/on bonded termsgoederen in entrepot • bonded goods, B/Gin entrepot liggen • be in bondlevering in/uit entrepot • delivery on bonded terms/duty paid -
2 goederen in entrepot plaatsen/opslaan
goederen in entrepot plaatsen/opslaanplace goods in bond, put goods into bondVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goederen in entrepot plaatsen/opslaan
-
3 goederen in entrepot opslaan
goederen in entrepot opslaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goederen in entrepot opslaan
-
4 opslaan
5 [neerzetten] put up7 [openslaan] turn up♦voorbeelden:voorraden opslaan • lay in stocks, lay up stores, stock up4 de lonen met 5 % opslaan • raise/increase wages by 5 %6 iets in het geheugen opslaan • file something in the memory, input a file7 bladzijde 44 opslaan • turn up/to page 442 [scharnierend omhooggaan] lift/swing up♦voorbeelden: -
5 Ware
Ware f 1. GEN article, commodity, product (unterliegt der Verbrauchssteuer); good, ware; 2. WIWI article, commodity, product; 3. V&M merchandise • die Ware wurde noch nicht zugestellt GEN the goods remain undelivered* * *f 1. < Geschäft> unterliegt der Verbrauchssteuer article, commodity, product; 2. <Vw> article, commodity, product; 3. <V&M> merchandise ■ die Ware wurde noch nicht zugestellt < Geschäft> the goods remain undelivered* * *Ware
(Erzeugnis) product, (Handelsware) merchandise, (Kurszettel) offers, sellers, (Sammelbegriff) goods, articles, commodity, [sale] wares, stuff, (einzelnes Stück) article, parcel [of goods];
• Waren stock, products, (Warenart) line;
• nicht abgeholte Waren uncollected goods;
• abgepackte Waren [pre]packaged goods;
• abrufbereite Waren goods actually ready for immediate delivery;
• absatzfähige Waren marketable commodities;
• leicht absetzbare Waren fast-moving goods;
• schwer absetzbare (abzusetzende) Waren hard-to-move (slow-moving) products;
• sicher abzusetzende Waren articles certain to sell;
• angebotene Waren goods for sale;
• vom Zoll angehaltene Waren goods stopped at the customhouse;
• anmeldepflichtige Waren (Zoll) goods to declare;
• annehmbare Waren goods in fair condition;
• in beiliegender Rechnung aufgeführte Waren goods specified in the annexed invoice;
• auserlesene Waren choice goods (articles), picked goods;
• ausgeführte Waren exported goods;
• wieder ausgeführte Waren reexports;
• fälschlich als Markenprodukte ausgegebene Waren misbranded products;
• offen ausgelegte Waren open display;
• ausgestellte Waren merchandise displayed;
• im Schaufenster ausgestellte Waren articles shown in the window;
• zum Verkauf ausgestellte Waren goods exhibited for sale;
• ausgesuchte Waren choice goods (articles, quality);
• ausgezeichnete Waren price-labelled (marked) goods;
• nicht ausklarierte Ware uncleared goods;
• aussortierte Ware job goods;
• avisierte Waren advised goods;
• beanstandete Ware rejects;
• nicht auf Lager befindliche Waren items not stocked;
• unterwegs befindliche Waren goods afloat, afloat goods, merchandise in transit;
• auf dem Luftwege beförderte Waren merchandise consigned by air;
• in der Herstellung begriffene Waren goods in process;
• täglich benötigte Waren necessary articles;
• nach Maß berechnete Waren measurement goods;
• beschädigte Waren damaged (defective) goods;
• vom langen Liegen im Laden beschädigte Waren shop-worn (shop-soiled) merchandise;
• auf dem Transport beschädigte Waren goods damaged in transit;
• beschlagnahmte Waren confiscated (seized) goods;
• vom Zoll beschlagnahmte Waren goods held up at customs;
• bestellte Waren goods ordered;
• zur Ausfuhr bestimmte Waren goods intended for export;
• für den Inlandsverbrauch bestimmte Ware goods intended for home consumption;
• beim Kaufabschluss bestimmte Waren specific goods;
• bewirtschaftete Waren quota (rationed) goods, rationed (scarce) commodity;
• nicht bewirtschaftete Waren non-rationed goods, commodities not under control;
• nicht mehr bewirtschaftete Waren derationed goods;
• falsch bezeichnete Waren falsely marked merchandise;
• bezogene Waren purchased merchandise;
• bezugsbeschränkte Waren rationed (quota) goods;
• billige Waren low-priced goods;
• preislich billigere Waren lower-priced goods;
• braune Ware brown goods;
• [nicht] deklarierte Waren [un]declared goods;
• verkehrswidrig als Gepäck deklarierte Waren contraband baggage;
• devisenschwache Waren soft goods;
• devisenstarke Waren hard goods;
• disponible Waren disposable goods, stock on hand;
• drittklassige Waren thirds;
• durchgehende Waren transit goods;
• effektive Waren actual goods ready for immediate delivery;
• eingebürgerte Waren well-introduced articles;
• eingeführte Waren imported goods;
• gut eingeführte Waren popular make, well-kown merchandise (commodities), established products;
• unverzollt eingeführte Waren uncustomed merchandise;
• eingehende Waren incoming goods, receipts, arrivals;
• eingelagerte Waren stockpiled commodities, stored (warehouse) goods, goods (merchandise) in storage, goods in warehouse;
• eingeschmuggelte Waren smuggled goods;
• einheimische Waren home-made (inland) commodities, domestic goods;
• nicht einwandfreie Waren faulty goods;
• erstklassige Waren good-class (superior) articles, first-rate goods;
• noch zu erzeugende Waren future goods;
• etikettierte Waren labelled (branded) goods;
• exportierte Waren exported goods;
• fakturierte Waren invoiced goods;
• nicht unter Tarif fallende Waren exempt commodities;
• fehlende Waren missing goods, short interest;
• fehlerfreie Waren goods free from fault, goods in sound condition, faultless goods;
• fehlerhafte Waren defective goods;
• feinere Waren better description;
• halb fertige Waren semi-finished goods;
• feuergefährliche Waren inflammable cargo;
• flüssige Waren wet goods;
• freigegebene Waren goods taken out of pledge, derationed goods;
• gangbarste Waren leading articles;
• gängige Waren current articles, salable (marketable) goods;
• übrig gebliebene Waren remnants;
• gebrauchte Waren secondhand goods;
• gediegene Waren sterling goods;
• für den Export geeignete Waren export-quality goods;
• Gefahr bringende (gefährliche) Waren hazardous goods, dangerous articles;
• von Natur aus gefährliche Waren goods dangerous in themselves;
• nach Kundenwünschen gefertigte Waren custom-made goods;
• maschinell gefertigte Waren machine-made products;
• stark gefragte Waren quick-selling lines;
• in Auftrag gegebene Waren merchandise on order, ordered goods;
• in Zahlung gegebene Waren trade-in goods;
• im Preis gehaltene Waren price-maintained commodities;
• gekaufte Waren store goods (US);
• auf Kredit gekaufte Waren goods bought on credit;
• erst nach Preisvergleich gekaufte Waren shopping goods (US);
• spontan gekaufte Waren impulse goods (US);
• gekennzeichnete Waren marked goods;
• gelagerte Waren stored goods;
• vermischt gelagerte Waren commingled goods;
• gelieferte Waren goods sold and delivered;
• noch nicht gelieferte Waren undelivered goods;
• beim Zoll nicht gemeldete Waren undeclared goods;
• gemischte Waren mixed goods;
• genormte Waren standardized commodities;
• gepackte Waren package goods;
• gepfändete Waren distrained (seized) goods;
• aus Brandschäden (Seeschäden) gerettete Waren salvage stock;
• geringwertige Waren inferior(low-quality) goods;
• geschmuggelte Waren smuggled goods;
• nicht geschmuggelte Waren innocent goods;
• durch Einfuhrzölle geschützte Waren protected articles;
• fertig gestellte Waren finished (fully manufactured) goods;
• dem Kunden in Rechnung gestellte Waren goods billed to customer;
• zur Schau gestellte Waren merchandise displayed;
• gesuchte Waren articles in demand;
• gleichwertige Waren goods of the same standard;
• grobe Ware roughage;
• begrenzt haltbare Waren goods with limited shelf life;
• handgefertigte Waren handmade products;
• havarierte Waren goods damaged by sea water;
• heiße Waren hot goods;
• im Preis herabgesetzte Waren reduced (marked-down) merchandise, markdowns;
• über den Eigenbedarf hinaus hergestellte Ware surplus commodities;
• fabrikmäßig hergestellte Waren manufactured commodities;
• im Gefängnis (von Strafgefangenen) hergestellte Waren prison- (convict-) made goods;
• maschinell hergestellte Waren machine-made goods;
• von Nichtgewerkschaftlern hergestellte Waren tainted goods (Br.);
• serienmäßig hergestellte Waren mass- (volume-) produced goods;
• hochwertige (hoch qualifizierte) Waren high-quality (-grade) goods;
• importierte Waren imported goods;
• inflationsempfindliche Waren inflation-prone goods;
• inländische Waren home-made goods;
• katalogisierte Waren catalog(u)ed goods;
• käufliche Waren goods for sale;
• konkurrenzfähige Waren competitive products;
• konsignierte Waren consignment goods;
• kontingentierte Waren quota (rationed) goods;
• nicht kontingentierte Waren non-quota goods;
• [nicht] kriegswichtige Waren [non-]strategic goods;
• lagerfähige Waren storable goods;
• lebenswichtige Waren goods of vital necessity, essential goods;
• lieferbare Waren goods on hand (fit for acceptance);
• sofort lieferbare Waren spots, spot goods, (Börse) prompts (Br.);
• unter Zollverschluss liegende Waren goods in bond;
• lose Waren unpacked (bulk) goods;
• mangelhafte Waren faulty (defective) goods;
• markenpflichtige Waren coupon (rationed) goods;
• marktgängige Waren marketable products;
• nicht marktkonforme Waren down-market goods;
• minderwertige Waren goods of inferior workmanship, low-class (low-quality, poor-quality) goods, inferior products (goods), trumpery wares, wastrel, trash;
• modische Waren novelties, up-to-date merchandise;
• nachgemachte Waren imitation goods;
• Not leidende Waren distress merchandise;
• patentierte Waren patented articles (products), proprietary articles;
• preisgebundene Waren price-controlled (price-bound) merchandise, price-fixed (price-controlled, price-maintained) goods, fixed-price lines;
• preisgeschützte (preisstabile) Waren price-maintained goods (commodities);
• preiswerte Waren cheap line, good value;
• qualitätsgeminderte Waren substandard goods;
• rationierte Waren allocated (quota, rationed, coupon) goods;
• leicht realisierbare Waren readily marketable staples;
• reduzierte Waren as-is merchandise;
• reelle Waren good articles;
• retournierte (rückgesandte) Waren returned goods;
• rollende Waren rolling freight;
• saisonbedingte Waren commodities with a strong seasonal pattern;
• schlechte Waren faulty articles, inferior products (goods);
• schwimmende Waren floating goods, goods afloat;
• sicherungsübereignete Waren pledged goods (merchandise);
• sortierte Waren graded commodity;
• sperrige Waren bulky goods;
• nicht sperrige Waren goods of small bulk;
• spottbillige Waren sacrificed goods, dead bargain;
• im Eigentum des Verkäufers stehende Waren existing goods;
• zum Verkauf stehende Waren goods for sale;
• steuerpflichtige Waren taxable class of goods (commodity);
• tarierte Waren tared goods;
• tiefgekühlte Waren frozen goods;
• trockene Waren dry goods;
• übereignete Waren assigned goods;
• unter Eigentumsvorbehalt überlassene Waren merchandise on memorandum (US), memorandum goods (US), goods on commission;
• übersandte Waren forwarded (shipped, US) goods;
• schnell umschlagbare (umschlagende) Waren fast-moving (-selling) goods (items);
• unbeanstandete Ware not rejected goods;
• unbestellte Waren goods not ordered;
• unbezahlte Waren unpaid goods, goods left on our hands;
• unfertige Waren rough goods;
• unsortierte Waren non-graded products;
• unterdurchschnittliche Waren substandard goods;
• großen Kaufpreisschwankungen unterliegende Ware boom-and-bust commodity;
• der Preisüberwachung unterliegende Waren price-controlled articles;
• unterversicherte Waren underinsured goods;
• unverderbliche Waren non-perishable merchandise, non-perishables;
• unverkäufliche Waren dead commodities (stock), dud stock, drug in the market, unsalable articles;
• unvermischte Waren honest goods;
• unverpackte Waren unpacked (bulk, loose) goods;
• unversicherte Waren uninsured goods;
• unverzollte Waren uncustomed (unentered) goods;
• noch unverzollte Waren unentered goods;
• verarbeitete Waren processed goods;
• nicht verarbeitete Waren unprocessed (unfinished) commodity (goods);
• verderbliche Waren goods subject to deterioration;
• leicht verderbliche Waren goods which perish, perishable goods (commodities), perishables;
• verdorbene Waren spoilt (perished) goods;
• verfügbare Waren available (disposable) goods;
• in Kommission vergebene Waren goods on commission, memorandum goods (US);
• schnell vergriffene Waren goods selling like wildfire (hot cakes, Br., hot dogs, US);
• verkäufliche Waren marketable commodities;
• langsam verkäufliche Waren slow-moving merchandise, sleeper (US);
• leicht verkäufliche Waren fast-moving (-selling) goods, readily marketable staples;
• schwer verkäufliche Waren unsalable goods, articles hard to get rid of;
• verkaufsfähige Waren marketable products;
• vom Hersteller verkaufte Waren first-hand goods;
• nach dem Stück verkaufte Waren piece goods;
• nicht verladene Waren short interest;
• vermischte Waren mixed lot;
• verpackte Waren package[d] goods;
• in Kisten verpackte Ware cased goods;
• verpfändete Waren goods lying in pledge, pledged (mortgaged) goods;
• verplombte Waren leaded goods;
• versandfertige Waren goods ready for delivery;
• versandte Waren forwarded goods;
• in Behältern versandte Waren container-shipped goods;
• auf Rechnung versandte Waren goods shipped on account (US);
• verschiffte Waren goods shipped;
• mit Gewerkschaftsetikett versehene Waren union label goods (US);
• versicherte Waren insured goods;
• versteigerte Waren auctioned goods;
• vertretbare Waren fungible things, representative commodities;
• in beiliegender Rechnung verzeichnete Waren goods specified in the invoice attached;
• verzollte Waren cleared goods, goods out of bond;
• hoch verzollte Waren high-duty goods;
• nicht verzollte Waren uncleared goods;
• noch nicht verzollte Waren unentered goods;
• niedrig verzollte Waren low-rate articles, low-duty goods;
• virtuelle Waren virtual goods;
• vorrätige Waren goods on hand, available goods;
• ständig vorrätige Waren open stock;
• vorzügliche Waren choice commodities, articles of first (superior) quality;
• weiße Ware white goods;
• vom langen Liegen (durch Lagerung) im Laden wertgeminderte Waren shopworn merchandise;
• wertlose Waren trash, poor truck (US);
• zerbrechliche Waren fragile goods;
• zollfreie Waren duty-free articles (goods), free (uncustomed) goods;
• zollhängige Waren goods in the process of clearing, uncleared goods;
• zollpflichtige Waren dutiable (bonded) goods;
• unverlangt zugesandte Waren unsolicited goods;
• zugkräftige Waren articles of quick sale, popular articles;
• zurückgehende Waren returnable goods;
• zurückgelegte Waren lay-away (US);
• zurückgenommene Waren returns inward;
• zurückgesandte Waren returned goods, returns outward;
• zurückgesetzte Waren old stock, damaged goods, as-is merchandise;
• zurückgewiesene Waren rejected goods;
• zweitrangige Ware inferior goods;
• Waren zur Ansicht merchandise sent on approval (for inspection, show);
• Waren mittlerer Art und Güte merchandise quality, medium-quality goods, seconds;
• Waren des täglichen Bedarfs convenience goods (US);
• Waren von kriegswichtiger Bedeutung strategic goods;
• Waren mit hoher Gewinnspanne higher-margin merchandise;
• Waren ausländischer Herkunft goods of foreign origin;
• Waren auf Kredit merchandise on account;
• Waren auf Lager warehouse goods;
• Waren aus den Ländern des British Commonwealth Empire products;
• Waren der Lebensmittelindustrie prepared foodstuffs;
• Waren mit gleich bleibenden Preisen price-maintained articles;
• Waren in hoher Preislage high-cost merchandise;
• Waren mittlerer Preislage medium-priced goods;
• Waren niedriger Preislage low-priced goods;
• Waren bester Qualität high-class goods;
• Waren minderwertiger Qualität thirds;
• Waren mittlerer Qualität und Güte merchantable quality, medium-quality goods;
• Waren von schlechter Qualität poor-quality goods;
• Waren zweiter Qualität seconds;
• Waren mit geringer Umsatzgeschwindigkeit (Umschlaghäufigkeit) slow-moving goods (stock), sleeper (US);
• Waren mit hoher Umschlaggeschwindigkeit fast-moving (-selling) goods;
• Waren mit höherer Verdienstspanne higher-margin lines;
• Waren mit hohen Verkaufspreisen high-priced commodity;
• Waren aus der Vorkriegszeit prewar goods;
• Waren unter Zollverschluss bonded goods;
• Waren im Durchgangsverkehr abfertigen to convey goods in transit;
• Waren auf einer Liste abhaken to keep tally of goods;
• Waren abnehmen to take delivery of (accept, collect the) goods;
• Waren in großen Posten abnehmen to take up goods to a large amount;
• Waren abrufen to recall goods;
• Waren abschätzen to make a valuation of goods, to value goods;
• Waren absetzen to dispose (get off, place) goods, to push one’s wares;
• Waren flott (leicht) absetzen to sell goods easily;
• Waren abstoßen to sell off goods;
• Waren im Durchgangsverkehr abwickeln to convey goods in transit;
• Waren mit einem 10%igen Abschlag vom Normalpreis (unter Preis) anbieten to offer goods at 10 per cent off the regular price;
• Waren auf dem Markt anbieten to put an article on the market;
• seine Waren anpreisen to puff one’s wares (Br.);
• Waren aufdrängen to push goods;
• jem. minderwertige Waren aufdrängen to impose inferior goods upon s. o.;
• Waren aufkaufen to corner the market;
• Waren glatt aufnehmen (Börse) to absorb all offerings;
• jem. Waren aufschwindeln to palm off goods on s. o.;
• Waren in Partien aufteilen to parcel out goods;
• Waren zum Verkauf ausbreiten to spread (sort) out goods for sale;
• Waren ausklarieren to clear goods out of bond;
• Waren auslegen to flourish goods;
• Ware im Schaufenster auslegen to display goods in the shopwindow;
• Waren ausliefern to have goods delivered;
• Waren im Fenster ausstellen to display goods in the window;
• Waren auszeichnen to price (tally) goods, to ticket goods with prices;
• Waren billiger auszeichnen to mark down goods;
• Waren frei Achse befördern to cart goods;
• gute Waren für sein Geld bekommen to get good value for one’s money;
• verlorene Waren wertmäßig ersetzt bekommen to recover the value for lost merchandise;
• Waren für den Käufer bereitstellen to place goods at the buyer’s disposal;
• Waren bestellen to order goods;
• Waren über einen Vertreter bestellen to order goods through a representative;
• Waren bewerten to value goods;
• Waren beziehen to receive (obtain, procure, purchase) goods;
• seine Waren außerhalb beziehen to get commodities (supply o. s. with articles) from abroad;
• mit (auf) seinen Waren sitzen bleiben to be left with goods, to hold the bag (US);
• Waren an Bord bringen to deliver the goods on board;
• jem. Waren ins Haus bringen to deliver goods to s. one’s address;
• seine schlechten Waren unter die Leute bringen to foist one’s wares upon the public;
• Waren auf den Markt bringen to launch a new product, to introduce goods into (put goods on) the market;
• Waren im Ausland billig auf den Markt bringen to dump goods on foreign markets;
• seine Waren [beim Zoll] deklarieren to make a declaration, to make an entry of (enter) goods;
• Waren deponieren to warehouse goods;
• sich mit Waren eindecken to supply o. s. with goods;
• über den Bedarf mit Waren eindecken to overstock a shop;
• Waren einführen to bring in goods;
• Waren in ein Land einführen to introduce goods into a country;
• Waren zum freien Verkehr einführen to enter goods for consumption;
• Waren einlagern to lay in goods;
• zu viel Waren einlagern to overstock a shop;
• Waren nach Güteklassen einstufen to grade goods;
• seine Waren empfehlen to recommend one’s wares;
• Einfuhrzoll auf Waren erheben to levy a duty on goods;
• Waren auf einer Auktion erwerben to buy goods at the sales;
• Waren etikettieren to docket (label) goods;
• Waren feilbieten to expose goods for sale;
• billige Waren feilbieten to show a cheap line of goods;
• gegen Zahlung Waren freigeben to release goods against payment;
• Waren führen to have goods in stock, to have (keep) an article in stock, to deal in (stock) an article;
• alle Arten von Waren führen to stock varied goods;
• ausländische Waren führen to handle foreign goods;
• Verhandlungen über einzeln ausgewählte Waren führen to carry on negotiations on a selective product-by-product basis;
• Ware nicht mehr führen to be out (short) of an article;
• Waren in Kommission geben to deliver goods on sale or return;
• mit einer Ware in Rückstand geraten to run out of stock;
• Waren auf Lager Waren haben (halten) to carry goods in stock, to stock an article;
• Waren im Augenblick nicht auf Lager (vorrätig) haben not to stock an article, to be short of an article;
• mit einer Ware handeln to deal in an article;
• Preis einer Ware auf... herabsetzen to bring down the price of an article to...;
• Waren für den Verkauf herausstellen to get up articles for sale;
• Waren verschiedenster Beschaffenheit herstellen to manufacture goods in various qualities;
• Waren massenhaft herstellen to turn out large quantities of goods;
• Waren horten to hoard goods;
• Waren auf einer Auktion kaufen to buy goods at the sales;
• unbegrenzt verbrauchssteuerpflichtige Waren für den persönlichen Bedarf kaufen to buy an unlimited quantity of excise-paid products for personal use;
• Waren auf Termin kaufen to buy on terms;
• Waren kennzeichnen to identify goods by marks;
• Waren konditionieren to condition goods;
• Waren lagern to store (lay in) goods;
• Waren unter Zollverschluss lagern to have goods bonded;
• Waren verabfolgen lassen to have goods delivered;
• Waren liefern to supply with (deliver) goods;
• Waren auf Kredit liefern to supply goods on credit, to grant credit terms;
• Waren an einen Kunden liefern to serve a customer with goods;
• Waren lombardieren to lend money on goods, to hypothecate goods;
• Waren wieder in Besitz nehmen to repossess goods;
• Waren an Bord nehmen to take goods on board;
• Waren in Kommission nehmen to take goods on a consignment basis;
• Waren auf Kredit nehmen to take goods on credit;
• Waren auf Lager nehmen to put goods in stock, to lay in goods;
• Waren am Kai niederlegen to place goods on the dock;
• Waren billiger notieren to mark down the prices of goods;
• Waren pfänden to distrain upon (seize) goods;
• Waren prüfen to examine the goods;
• Waren retournieren to return articles;
• Waren per Express schicken to send goods by fast train;
• Waren per Nachnahme schicken to send goods cash (collect, US) on delivery;
• sich Waren sichern to assure o. s. with goods;
• Waren sortieren to grade goods;
• Waren in Rechnung stellen to bill goods;
• Waren zu niedrig in Rechnung stellen to underbill goods (US);
• Waren auf einem Stand zur Schau stellen to set out goods on a stall;
• Waren taxieren to value (make a valuation of) goods;
• Waren übereignen to assign goods;
• jem. Waren vertragsmäßig übergeben to bail goods to s. o.;
• Laden mit Waren übersättigen to overstock a shop;
• Waren auf Spekulation übersenden to venture goods;
• Waren unterbewerten to set too low a valuation on goods;
• Waren einer genauen Untersuchung unterziehen (unterwerfen) to submit goods to a careful examination;
• Waren auf dem Markt eines anderen Landes verbringen to introduce goods into the commerce of another country;
• Waren verkaufen to clear goods;
• als zweitklassige Waren verkaufen to sell goods under a secondary label;
• Waren in Ballen verkaufen to sell in bales;
• Waren nach dem Dutzend verkaufen to sell articles by the dozen (sets of a dozen);
• Waren unberechtigt als Markenartikel verkaufen to pass off goods as those of another make (US);
• Waren verpacken to wrap up goods;
• seine Waren in Ballen verpacken to pack up one’s wares, to make up one’s goods in bales;
• Waren für den Verkauf verpacken to box articles for sale;
• seinen Waren einen ausgezeichneten Ruf verschaffen to build up a good reputation for one’s goods;
• Waren versenden to forward goods;
• Waren mit der Eisenbahn versenden to send goods by rail;
• Waren zu einem bestimmten Frachtsatz versenden to rate goods (US);
• Waren ins Landesinnere versenden to intern goods;
• Waren auf dem Seeweg versenden to ship goods by sea;
• seine Waren unter falschem Warenzeichen vertreiben to pass off one’s goods as those of another make (US);
• Annahme von Waren verweigern to refuse goods;
• Waren verwerten to realize goods;
• Waren verzollen to clear goods at the customhouse;
• Waren an eine neue Adresse weiterbefördern to reconsign goods;
• Waren über Bord werfen to jettison goods;
• Waren auf den Markt werfen to throw goods on the market, (im Ausland) to dump goods on a foreign market;
• in Waren zahlen to pay in kind;
• Waren im Schaufenster zeigen to expose goods in a shop window;
• beschädigte Waren wieder zurechtmachen to render goods marketable;
• Waren zurücknehmen to take goods back;
• Waren unmittelbar zuschicken to dispatch goods direct.
nachbekommen, Ware
to get goods in replacement;
• nachbelasten to make an additional charge. -
6 товар
эк.commodity, product, goodsвыпускать / производить товары — to turn out goods
освободить товар по уплате (соответствующей стороной) суммы — to release goods against payment
продвигать товар на рынок, создавать спрос на товар — to exploit a product
беспошлинные товары, товары, не облагаемые пошлиной — duty-free / free goods
дефицитные товары — scarce / bottleneck commodities / goods
импортные товары — imports, import commodities, foreign wares
инвестиционные / капитальные товары, товары производственного назначения — capital / investment goods
модные товары — fancy / style-and-fashion goods
наличные товар — present / spot goods
неходовые товары — unmarketable / slow-moving goods
основные товары — staple goods, basic commodities
потребительские товары — consumer commodities / goods, articles of consumption
потребительские товары длительного пользования (со сроком службы свыше 3 лет) — durable / hard / long-lived consumer goods, consumer durables
потребительские товары текущего пользования (в отличие от товаров длительного пользования) — current consumer goods
основные продовольственные товары — basic foodstuffs / food commodities
промышленные товары — industrial commodities, manufactured goods
сельскохозяйственные товары — farm / agricultural produce
транзитные товары — goods in transit, transit goods
ходовые товары — marketable / fast-moving goods
браковка / отказ от товаров — goods rejection
обеспечение продвижения товара на рынок — promotional / selling support
покупка товара за одну валюту для перепродажи за другую валюту (для обхода валютных ограничений) — commodity shunting
список товаров, запрещённых к ввозу или вывозу — embargo list
список товаров, не облагаемых пошлиной — free list
товары в пути — goods en route / in transit
товары военного назначения — defence / military goods
товары, закупаемые или продаваемые на срок — futures
товары, запрещённые к ввозу — prohibited / banned imports
список запрещённых (к ввозу) товаров — banned / prohibited goods list
товар, имеющийся в изобилии — abundant goods
товары, которые могут быть экспортированы — exportable commodities
товар, не подходящий для экспорта — unsuitable article for export
товары, облагаемые пошлиной — dutiable / tax(able) articles / goods
товары отечественного производства — home produce, home-made / domestic goods
товар, отпускаемый в кредит — credit stock
товары первой необходимости — prime necessities, essential goods / commodities
товары, подлежащие обмену — exchangeable goods
товары, предназначенные на экспорт — exportable goods
товары, продаваемые по сниженной цене (в целях рекламы) — low-price special goods
товары, сложенные на таможенном складе и не оплаченные пошлиной — goods in bond
товары, сталкивающиеся с иностранной конкуренцией (на внутреннем рынке) — import-competiting products
товары, чувствительные к иностранной конкуренции — import sensitive goods
товары, являющиеся объектом мировой торговли — goods entering international trade
-
7 Kontrolle
Kontrolle f 1. GEN control, supervision; check, checkup, inspection (gründliche Überprüfung); tracking (Umsatz, Kosten, Ausgaben); 2. IMP/EXP examination (Zoll); 3. MGT control (i. S. v. Steuerung, Lenkung); supervision (Beaufsichtigung); surveillance (Überwachung); 4. WIWI control (i. S. v. Steuerung, Lenkung) • die Kontrolle übernehmen GEN take control of sth • unter Kontrolle bringen WIWI bring sth under control, master sth, overcome sth, get a grip on sth, control sth (Inflation, Arbeitlosigkeit)* * *f 1. < Geschäft> control, supervision, Umsatz, Kosten, Ausgaben tracking; 2. <Imp/Exp> Zoll examination; 3. <Mgmnt, Person> supervision surveillance; 4. <Vw> control ■ die Kontrolle übernehmen < Geschäft> take control of sth ■ unter Kontrolle bringen <Vw> Inflation, Arbeitlosigkeit bring sth under control, master sth, overcome sth, get a grip on sth, control sth* * *Kontrolle
control, supervision, tab (coll.), grasp, (Prüfung) supervision, check, verification, (Revision) auditing, examination;
• unter fremder Kontrolle stehend (Firma) captive (US);
• unter staatlicher Kontrolle government- (state-) controlled;
• nachträgliche Kontrolle retrospective audit;
• planmäßige Kontrolle programmed check;
• zentrale Kontrolle overhead control;
• betriebsinterne Kontrolle der Arbeitsabläufe operational audit;
• Kontrolle der öffentlichen Ausgabenwirtschaft public spending control;
• betriebsinterne Kontrolle der Buchführung accounting control;
• Kontrolle am Einsatzort on-site inspection;
• Kontrolle der Fertigung supervision of manufacture;
• strenge Kontrolle öffentlicher Fördermittel strict control of state aids;
• Kontrolle biotechnologischer Forschung control of biotechnology research;
• Kontrolle an der Grenze formalities at the frontier;
• Kontrolle der Lagervorräte inventory control;
• Kontrollen im Luftverkehr (EU) air space controls;
• Kontrolle von Unternehmenszusammenschlüssen control of mergers between firms,merger control;
• Kontrolle des Verkaufspersonals field control;
• Kontrolle der Waren in Steuerlagern checks on goods in bond;
• Kontrolle ausüben to exercise control;
• unter Kontrolle haben to have in hand;
• unter Kontrolle stellen to place under supervision;
• unter internationale Kontrolle stellen to internationalize;
• regelmäßiger Kontrolle unterliegen to be subject to regular inspection;
• einer gründlichen Kontrolle unterziehen to check thoroughly;
• Kontrolle verschärfen (verstärken) to increase (strengthen) control. -
8 Markt
Markt m 1. V&M market, marketplace; 2. WIWI market • am Markt vorbei produzieren GEN, V&M fail to fill the needs of the market • auf dem Markt GRUND on the market • auf dem Markt Fuß fassen GEN, V&M get a toehold in the market, get a foothold in the market • auf den Markt bringen 1. BANK market; 2. BÖRSE bring out (Emission); 3. GEN commercialize • auf den Markt kommen 1. WIWI enter the market; 2. V&M come onto the market • auf einen Markt vorstoßen GEN break into a market • bei dünnen Märkten BANK on thin markets • den Markt dem Wettbewerb öffnen V&M open the market up to competition • den Markt erschließen für BÖRSE tap the market for • den Markt fest im Griff haben V&M, WIWI have a stranglehold on the market • den Markt räumen V&M clear the market • der Markt hat einen Tiefstand erreicht WIWI the bottom has dropped out of the market • einen Markt beherrschen FIN control a market • einen Markt erobern V&M penetrate a market • einen Markt erproben V&M, WIWI probe a market • einen Markt schaffen 1. BÖRSE provide a market, provide the base for sth; 2. V&M create a market • einen Markt suchen BÖRSE seek a market • für den exklusiven Markt V&M up-market (Produkt, Werbung) • in einen Markt eindringen 1. GEN break into a market; 2. V&M, WIWI penetrate a market • in jmds. Markt eindringen GEN make inroads into sb’s market • vom Markt nehmen GEN, V&M take off the market • vom Markt verdrängen WIWI shunt to the sideline, crowd out of the market* * *m 1. <V&M> market, marketplace; 2. <Vw> market ■ am Markt vorbei produzieren <Geschäft, V&M> fail to fill the needs of the market ■ auf dem Markt < Grund> on the market ■ auf dem Markt Fuß fassen <Geschäft, V&M> get a toehold in the market, get a foothold in the market ■ auf den Markt bringen 1. < Bank> market; 2. < Börse> Emission bring out; 3. < Geschäft> commercialize ■ auf den Markt kommen 1. <Vw> enter the market; 2. <V&M> come onto the market ■ auf einen Markt vorstoßen < Geschäft> break into a market ■ bei dünnen Märkten < Bank> on thin markets ■ den Markt dem Wettbewerb öffnen <V&M> open the market up to competition ■ den Markt erschließen für < Börse> tap the market for ■ den Markt fest im Griff haben <V&M, Vw> have a stranglehold on the market ■ der Markt hat einen Tiefstand erreicht <Vw> the bottom has dropped out of the market ■ einen Markt beherrschen < Finanz> control a market ■ einen Markt erobern <V&M> penetrate a market ■ einen Markt erproben <V&M, Vw> probe a market ■ einen Markt schaffen 1. < Börse> provide a market, provide the base for sth; 2. <V&M> create a market ■ einen Markt suchen < Börse> seek a market ■ für den exklusiven Markt <V&M> Produkt, Werbung up-market ■ in einen Markt eindringen 1. < Geschäft> break into a market; 2. <V&M, Vw> penetrate a market ■ in jmds. Markt eindringen < Geschäft> make inroads into sb's market ■ vom Markt nehmen <Geschäft, V&M> take off the market ■ vom Markt verdrängen <Vw> shunt to the sideline, crowd out of the market* * *Markt
market, marketing area, (Absatz) outlet, market, (Börse) stock exchange (market), (Geschäft) bargain, business, sale, (Handelsplatz) emporium, mart, trading center (US) (centre, Br.), (Marktplatz) market place (square), (Messe) fair;
• auf dem Markt in the market;
• günstig auf dem Markt zu haben in season;
• nicht auf dem Markt out of season;
• aus dem Markt vertrieben knocked out of the market;
• nicht für den Markt bestimmt captive (US);
• im Freien abgehaltener Markt open-air market;
• abgeschwächter Markt sagging market, market off (US);
• anziehender Markt moving-up market;
• aufnahmebereiter Markt receptive market;
• aufnahmefähiger Markt broad (ready) market;
• beschränkt aufnahmefähiger Markt limited market;
• nicht mehr aufnahmefähiger Markt long market (US);
• wegen spekulativer Ankäufe nicht mehr aufnahmefähiger Markt overbought market (US);
• bei fallenden Kursen nicht mehr aufnahmefähiger Markt oversold market (US);
• nicht sehr aufnahmefähiger Markt soft market;
• steigende Tendenz aufweisender Markt buoyant market;
• ausgeglichener Markt balanced market;
• ausländischer Markt foreign market;
• außerbörslicher Markt unofficial market, market in unlisted securities (US);
• schlecht befahrener Markt scanty market;
• vom Käufer beherrschter Markt buyer=s market;
• nicht genügend belieferter Markt understocked (poor) market;
• benachbarter Markt neighbo(u)ring market;
• gut beschickter Markt market well stocked with goods;
• aus potenten Käufern bestehender Markt upscale market;
• von wenigen Anbietern bestimmter Markt oligopolistic market;
• schlecht bestückter Markt poor market;
• bewirtschafteter Markt controlled market;
• effektiver Markt present market;
• einheimischer Markt home (domestic) market;
• enger Markt narrow market;
• fester Markt steady market;
• sehr fester Markt buoyant market;
• flauer Markt flat (dull, dead, slack, draggy) market;
• freier Markt competitive market;
• gut funktionierender Markt healthy market;
• äußerst gedrückter Markt demoralized market;
• infolge nachlassender Nachfrage gedrückter Markt heavy market;
• Gemeinsamer Markt Common Market;
• gesättigter Markt saturated market;
• durch Einfuhrzölle geschützter Markt sheltered market;
• gestützter Markt pegged market;
• grauer Markt gray market (US);
• haussierender Markt bull market;
• heimischer (inländischer) Markt home (domestic) market;
• heterogener Markt imperfect market;
• homogener Markt perfect market;
• jungfräulicher Markt virgin market;
• konkurrenzfähiger Markt competitive marketplace;
• konkurrenzloser Markt uncontested market;
• lebhafter Markt active (brisk, cheerful, lively) market;
• leerer Markt no stock available;
• gedrückt liegender Markt depressed market;
• lustloser Markt (Börse) inactive (featureless, flat, narrow, dull) market, quiet trading;
• uneinheitlicher und lustloser Markt sick market (US);
• maßgeblicher Markt (Kartellrecht) relevant market (US);
• monopolisierter Markt captive market;
• nachgebender Markt sagging market;
• neuer Markt emerging market;
• offener Markt open (free, outside, US) market, market overt (Br.);
• öffentlicher Markt public market;
• potenzieller Markt potential market;
• preisaggressiver Markt price-sensitive market;
• regionaler Markt regional market;
• rückläufiger Markt sagging (receding, down) market;
• ruhiger Markt (Börse) quiet trading;
• schwacher Markt weak (poor) market;
• auf umfangreiche Glattstellungen hin schwacher Markt liquidating market (US);
• schwankender Markt fluctuating market;
• schwarzer Markt black market;
• stagnierender Markt stagnant (dull, languishing, trading, US) market;
• tatsächlicher Markt actual market;
• teurer Markt high-priced market;
• tonangebender Markt standard market;
• infolge von Baissevekäufen überlasteter Markt oversold account (Br.);
• übersättigter (mit Waren überschwemmter) Markt glutted (overstocked) market;
• überseeischer Markt overseas market;
• umfangreicher Markt broad market;
• unbearbeiteter Markt virgin market;
• uneinheitlicher Markt spotty market;
• unerschlossener Markt untapped (virgin) market;
• viel versprechender Markt promising market;
• verstohlener Markt backdoor market;
• vollkommener Markt perfect market;
• wettbewerbsbetonter Markt competitive marketplace;
• widerstandsfähiger Markt resistant market;
• jederzeit zugänglicher Markt freedom of entry into the market;
• zukunftsträchtiger Markt highly-promising market;
• zurückfallender Markt unsteady market;
• Markt für Anlagewerte investment market;
• Markt industrieller Arbeitskräfte industrial labo(u)r market;
• Markt der Auslandswerte foreign market;
• Markt für Automobilwerte the motor group;
• Markt für Bauerwartungsland development land market;
• Markt für Bauwerke market for construction;
• Markt für Bezugsrechte rights market (US);
• Markt für landwirtschaftliche Erzeugnisse agricultural (farm) market;
• Markt für qualifizierte Erzeugnisse top end of the market;
• Markt für Festverzinsliche fixed-rate market;
• Markt für Fischprodukte fish market;
• Markt für verbilligte Flüge cheap-fare market;
• Markt für Flugzeugwerte aviation market;
• Markt für Frischprodukte fresh market;
• Markt für tägliches Geld call-money market;
• Markt für langfristige Gelder market for long-term funds;
• Markt für Gelegenheitsarbeiter statute fair;
• Markt der Europäischen Gemeinschaft Community Market;
• Markt für Industrieanleihen corporate bond market (US);
• Markt für Industriewerte industrial market;
• Markt für Investitionspapiere financial market;
• Markt für Kolonialwerte colonial market;
• Markt für Kommunalanleihen local authority market (Br.);
• Markt für Kommunalpapiere municipal (bond) market;
• Markt für steuerfreie Kommunalwerte tax-exempt municipal market;
• Markt für wechselkursungebundene Kommunalwerte market in floating-rate local authority securities;
• Markt für Kupferwerte copper market;
• Markt mit spekulativ beeinflussten Kursen rigged market;
• Markt mit steigendem Kursniveau advancing market;
• Markt für Montanwerte mining market;
• Markt für Neuemissionen new issue market;
• Markt zweiter Ordnung secondary market;
• Markt für international gehandelte Papiere international market;
• Markt für kurzfristige Papiere short end of the market;
• Markt für Pfandbriefwerte bond markt;
• Markt für Qualitätserzeugnisse quality market;
• Markt für gewerblich genutzte Satelliten commercial satellite market;
• Markt für industrielle Schuldverschreibungen corporate bond market (US);
• Markt der Spitzentechnologie high-tech market;
• Markt für Staatsanleihen (Staatspapiere) consols market (Br.);
• Markt für Tagesgeld overnight market, call-money market (Br.);
• Markt für Termingeschäfte market for futures delivery (in futures) (US);
• Markt für Umweltgestaltung environmental market;
• Markt für Verbrauchsgüter consumer market;
• Markt mit großem Warenangebot easy market;
• Markt für festverzinsliche Werte (Wertpapiere) market for fixed-interest bearing securities, bond market (US);
• Markt für nicht notierte Werte (Wertpapiere) off-board (over-the-counter) market (US);
• Markt der ausländischen Wertpapiere (Werte) foreign-stock exchange (London);
• Markt für international gehandelte Wertpapiere international market;
• Markt für mündelsichere Wertpapiere gilt[-edged] market (Br.);
• Markt für verschiedene Wertpapiere miscellaneous market;
• Markt mit starkem Wettbewerb very competitive market;
• Markt abhalten to hold a market;
• Markt abschöpfen to skim the market;
• Markt abtasten to sound the market;
• Markt mit kleinen Börsenumsätzen abtasten to make a little deal in stocks as a feeler;
• auf dem gesamteuropäischen Markt agieren to operate on a Pan-European market;
• Markt aufkaufen to corner the market;
• Markt aufspalten (aufteilen) to apportion (divide, allocate) the market;
• Markt durch Spekulationsmanöver ausplündern to milk the market;
• Markt beeinflussen to affect the market, to manipulate (rig) the market (stock exchange), to have an effect on the market;
• Markt durch Konzertzeichnungen beeinflussen to stag the market;
• Markt durch Zurückhaltung beeinflussen to wait out the market (sl.);
• Markt beherrschen to hold (command, control, dominate) the market;
• Markt der Zukunft beherrschen to dominate the market of the future;
• dem gemeinsamen Markt beitreten to join the Common Market;
• Markt beleben to stimulate the market;
• Markt beliefern to supply a market;
• Markt beruhigen to calm the market;
• Markt beschicken to [send goods onto the] market, to place on the market;
• Markt beurteilen to gauge the market;
• auf den Markt bringen to put (place, launch) on (introduce into) the market, to offer for sale, to bring out, to market (US);
• Aktienpaket auf den Markt bringen to market one=s block of shares;
• Anleihe auf den Markt bringen to float (issue) a loan;
• neue Artikel auf den Markt bringen to sell a new line in the market;
• in großen Mengen auf den Markt bringen to mass-market;
• wieder auf den Markt bringen to relaunch;
• aus dem Markt drängen to oust from the market, to put out of business;
• Markt drücken to depress the market, to bring down prices;
• in einen Markt eindringen to attack a market;
• sich am Markt einrichten to establish on the market;
• Markt entlasten to relieve the market;
• Markt erdrücken to overhang the market;
• ganzen (gesamten) Markt erfassen to blanket the entire market;
• Markt erobern to conquer (win) a market;
• Markt spielend erobern to romp into a market;
• Markt erschließen to tap (build up) a market;
• neuen Markt erschließen to open up a new market;
• Markt erweitern to extend a market;
• im freien Markt erzielen to earn in the open market;
• aufnahmefähigen Markt finden to meet with a ready (speedy) market;
• Markt forcieren to force the market;
• dem Markt Auftrieb geben to give a fillip to the market;
• Interesse an einem Markt gewinnen to be attracted to a market;
• aus dem Markt herausbekommen to come out [of the market], to be released;
• um einen Markt kämpfen to skirmish over a market;
• mit einem unausgeglichenen Markt kämpfen to face an imbalanced market;
• auf dem offenen Markt kaufen to purchase in the open market;
• Markt kennen to understand the market;
• auf den Markt kommen to come out [into the market], to be released;
• Markt kontrollieren to regulate the market;
• Markt manipulieren to manipulate the market;
• Markt monopolisieren to engross (monopolize) the market;
• aus dem Markt nehmen to take off the market;
• Markt sättigen to saturate the market;
• auf dem Markt sein to be at the market;
• auf dem Markt führend sein to be leading in its line of business;
• am gemeinsamen Markt positioniert sein to be positioned on the common market;
• auf dem Markt vertreten sein to be found on the market;
• Markt spalten to disrupt a market;
• Markt stützen to rescue the market;
• auf einem Markt in Erscheinung treten to tap the market;
• Markt überschwemmen to overstock (glut, congest, flood, swamp) the market;
• Markt mit Aktien überschwemmen to unload stocks on[to] the market;
• sein Aktienpaket auf dem Markt unterbringen to market one=s block of shares;
• Dividendenwerte auf dem Markt unterbringen to market equity securities;
• vom Markt verdrängen to oust from the market;
• Konkurrenz aus dem Markt verdrängen to drive competitors out of the market, to put competitors out of business;
• auf dem Markt verkaufen to market;
• am offenen Markt verkaufen to sell in the open market;
• auf dem Markt verkloppen to flog on the market;
• Markt mit Waren versehen (versorgen) to supply the market;
• Markt versteifen to glue up the market;
• vom Markt vertreiben to force out of the market;
• auf den Markt werfen to throw onto the market;
• Waren auf den Markt werfen (Effekten) to unload;
• Waren im Ausland billig auf den Markt werfen to dump goods on a foreign market;
• Markt wiedergewinnen to regain (win back) the market;
• aus dem Markt ziehen to take off the market;
• verlorenen Markt zurückerobern to recover a market;
• auf dem Markt zusammenströmen to gather in crowds on the market place;
• der Markt ist praktisch tot there is nothing doing;
• Marktabgaben market dues;
• Markt abrede, Marktabsprache marketing arrangement (agreement);
• Markt absatz sale;
• Marktabschwächung weakening of the market;
• Marktakteur market practitioner;
• Marktanalyse analysis of the market, marketing analysis (research, inquiry, survey), commercial survey, market[ing] inquiry;
• Marktanalyse vornehmen to analyse (Br.) (analyze, US) the market;
• Marktanforderungen market requirements;
• Markt angebot market supply;
• Marktanlagen investment in securities;
• Marktanpassungszeit (Börse) time lag;
• Marktanspannung tightening of the market.
überfüllen, Markt
to glut (overstock) the market.
überhäufen, Markt
to overstock (glut) the market.
übersättigen, Markt
to glut (overstock) the market. -
9 depósito
m.1 deposit, down payment, depositum.2 storehouse, warehouse, depot, stockroom.3 dump.4 reservoir, recipient, tank.5 bed, vein, deposit, stratum.6 morgue.7 retainer.* * *1 (recipiente) tank2 (almacén) store, warehouse, depot3 (financiero) deposit4 (sedimento) deposit, sediment\en depósito in bonddepósito de cadáveres mortuary, morguedepósito de gasolina petrol tankdepósito de municiones ammunition dumpdepósito de objetos perdidos lost property office, US lost-and-found departmentdepósito legal copyright* * *noun m.1) deposit2) storehouse, warehouse* * *SM1) (=contenedor) [gen] tankdepósito de agua — (=tanque) water tank, cistern; (=pantano) reservoir
depósito de gasolina — petrol tank, gas tank (EEUU)
2) (=almacén) [de mercancías] warehouse, depot; [de animales, coches] pound; (Mil) depot; [de desechos] dumpdepósito de alimentación — (Inform) feeder bin
depósito de basura — rubbish dump, tip
depósito de cadáveres — mortuary, morgue
depósito de equipajes — left-luggage office, checkroom (EEUU)
depósito de locomotoras — engine shed, roundhouse (EEUU)
depósito de maderas — timber yard, lumber yard (EEUU)
3) (Com, Econ) deposit4) (Quím) sediment, deposit* * *1)a) ( almacén) warehouseen depósito — in storage o (BrE) in store
b) ( tanque) tank2) ( sedimento) deposit, sediment; ( yacimiento) deposit3) (Fin)a) ( AmL) ( en una cuenta) deposithacer un depósito — to deposit o (BrE) pay in some money
b) ( garantía) depositdejé un depósito de 5.000 euros or dejé 5.000 euros en depósito — I left a 5,000 euro deposit
•* * *1)a) ( almacén) warehouseen depósito — in storage o (BrE) in store
b) ( tanque) tank2) ( sedimento) deposit, sediment; ( yacimiento) deposit3) (Fin)a) ( AmL) ( en una cuenta) deposithacer un depósito — to deposit o (BrE) pay in some money
b) ( garantía) depositdejé un depósito de 5.000 euros or dejé 5.000 euros en depósito — I left a 5,000 euro deposit
•* * *depósito11 = depository, repository, reservoir, storehouse, warehouse, storage tank, stack area, storeroom [store-room], storing room, stackroom [stack room, stack-room], tank, depot, stockroom, reservoir, storage facility, storage room, pool.Ex: She began her career at Central Missouri State University where she was Head of the Documents depository.
Ex: Libraries are the repositories of the records produced and they have been aptly described as standing in the same relationship to society as does the memory to the individual.Ex: The first alternative views the library as a storehouse for cultural materials, a reservoir of significant books.Ex: The first alternative views the library as a storehouse for cultural materials, a reservoir of significant books.Ex: Our warehouse shelter a 13 metre high, 60 ton ammonia retort and a 37 metre wingspan airliner.Ex: Locate technical reports that discuss the design of storage tanks for hazardous materials.Ex: All these issues were successfully addressed by rearranging study, reference, and stack areas and enclosing a small office to create a more vibrant, reference oriented library environment.Ex: Mathematical models are presented that describe the diffusion of gaseous pollutants from the air in a storeroom into protective containers and the reaction with the documents lying in them.Ex: It is unlikely for libraries in poor countries to set up a special building or storing room and finance its maintenance.Ex: The lower level consists of the general workroom, librarian's office, bindery, stackroom, staff restroom, and soundproof listening rooms for students.Ex: All air entering the building should be pumped through tanks of water to remove pollutants.Ex: The depot buys the books for the schools and passes on to them some of the discount it receives by buying direct from the publishers.Ex: Among the causes of damage to archival records, temperature, moisture content, and pollution of the air in stockrooms play an important role.Ex: The article is entitled 'Tapping a serviceable resevoir: the selection of periodicals for art libraries'.Ex: Due to a seasonal demand, when the storage facility is full this product has to be dumped into the quarry using dumpers.Ex: All storage rooms where flammable liquids are stored should have restricted access and be properly identified.Ex: Forming a pool, the participants share the cataloguing work and receive the contributions from all the others = Formando un fondo común, los participantes comparten el trabajo de catalogación y reciben las aportaciones de los demás.* creación de depósitos de datos = data warehousing.* depósito anejo = remote storage.* depósito de agua elevado = water tower.* depósito de archivo = archival depot, archives depot.* depósito de armas = ammunition dump, ammunition compound, ammunition depot, ammo depot.* depósito de cadáveres = morgue, mortuary.* depósito de datos = data warehouse.* depósito de documentos digitales = repository.* depósito de documentos electrónicos = repository.* depósito de libros = book depot.* depósito de muebles = furniture warehouse, furniture repository.* depósito de préstamos después de las horas de apertura = after-hours book drop.* depósito de recursos electrónicos = electronic repository [e-repository].* depósito de reserva = local reserve store, reserve store.* depósito de seguridad = storage vault.* depósito para el detergente = detergent tank.* depósito petrolero = oil reservoir.* llenar el depósito = gas up.* petición del depósito = stack request.depósito22 = deposit, security deposit.Ex: Accommodation deposit will be refunded minus $25 handling fee.
Ex: Legal aid needs of off-campus students are greater due to possible disagreements concerning tenancy, security deposits, utility bills, exterminators, and increased risk of traffic tickets and accidents.* biblioteca de depósito = deposit library.* biblioteca de depósito legal = copyright library, depository library.* certificado de depósito = certificate of deposit.* colección de depósito legal = depository collection, legal deposit collection, deposit collection.* depósito legal = legal deposit, copyright deposit.* garantía en depósito = escrow.depósito33 = deposition, silt.Ex: The deposition of the copper took a long time, although a large bath could take many moulds at once.
Ex: But the fertility of the muck and silt topsoil soon made it a profitable farming community.* * *A1 (almacén) warehousedepósito de armas arms depotdepósito de municiones ammunition o munitions dumplos cuadros llevaban muchos años en depósito the paintings had been in storage o ( BrE) in store for many yearsel género se entregó/se tiene en depósito the goods were supplied/are held on a sale-or-return basis2 (tanque) tankCompuestos:bonded warehouse(en una casa) water tank; (lago artificial) reservoirmorgue, mortuary ( BrE)bonded warehouseB (sedimento) deposit, sediment; (yacimiento) depositChacer un depósito to deposit some money, to pay in some money2 (garantía) depositdejé un depósito de 30 euros or dejé 30 euros en depósito I left a 30 euro depositCompuesto:D ( Chi) (de trenes, buses) depot* * *
Del verbo depositar: ( conjugate depositar)
deposito es:
1ª persona singular (yo) presente indicativo
depositó es:
3ª persona singular (él/ella/usted) pretérito indicativo
Multiple Entries:
depositar
depósito
depositar ( conjugate depositar) verbo transitivo
1 (frml)
2 (Fin) ‹ dinero› to deposit;
( en cuenta corriente) (AmL) to deposit, pay in (BrE)
depósito sustantivo masculino
1
depósito de cadáveres morgue, mortuary (BrE)
2 ( sedimento) deposit, sediment;
( yacimiento) deposit
3 (Fin)
depositar verbo transitivo
1 Fin to deposit
2 (poner) to place, put [en, on]
depósito sustantivo masculino
1 Fin deposit
2 (contenedor) tank, store
depósito de cadáveres, mortuary, US morgue
3 (de sedimentos) deposit 4 depósito legal, legal deposit
♦ Locuciones: en depósito, (mercancía) on deposit
' depósito' also found in these entries:
Spanish:
almacén
- cadáver
- inflamarse
- llenado
- reserva
- tapa
- adelanto
- aljibe
- bodega
- bodeguero
- boleta
- cisterna
- embalse
- entrada
- ingreso
- reembolsar
- reembolso
- reintegrar
- reintegro
- resguardo
- señal
- tanto
English:
bond
- cap
- deposit
- depot
- down payment
- dump
- escrow
- fill up
- morgue
- mortuary
- petrol tank
- pound
- repository
- store
- tank
- top up
- yard
- coin
- gas
- impound
- junkyard
- stock
- storage
- warehouse
* * *depósito nm1. [almacén] [de mercancías] store, warehouse;[de armas] dump, arsenal;dejar algo en depósito to leave sth as security;el Prado tiene numerosos cuadros en depósito the Prado Museum has a large number of paintings in storagedepósito de automóviles (municipal) Br car pound, US impound lot, US tow lot;depósito de cadáveres morgue, mortuary;depósito franco bonded warehouse;depósito de municiones ammunition dump2. [recipiente] tankdepósito de agua reservoir, water tank;depósito compresor pressure tank;depósito lanzable drop tank3. [fianza] deposit;dejar una cantidad en depósito to leave a deposit;dejamos un depósito de 10.000 pesos we left a deposit of 10,000 pesos4. [en cuenta bancaria] deposit;hacer un depósito en una cuenta bancaria to pay money into an accountdepósito disponible demand deposit;depósito en efectivo cash deposit;depósito indistinto joint deposit;Col depósito a término fijo Br fixed-term deposit, US time deposit;depósito a la vista demand deposit5. [de polvo, partículas, sedimentos] depositdepósitos minerales mineral deposits6. depósito legal copyright deposit, legal deposit* * *m1 COM deposit;tomar algo en depósito take sth as a deposit2 ( almacén) store* * *depósito nm1) : deposit2) : warehouse, storehouse* * *depósito n1. (tanque) tank2. (fianza) deposit -
10 склад
1) General subject: arsenal, blockship, breed, cast (ума, характера), constitution (the constitution of one's mind - склад ума), contour, depositary, depot, disposition, green-room, hangar, harmony, hoard, make (характера), make up (ума, характера), mould, pack-house, packhouse-, packhouse-pack-house, repertory, repository, self, sense, stockroom, storage, store, texture, turn (характера), warehouse, wareroom, way, wh, depository, yard, attitude (ума, например)2) Biology: make-up (характера)3) Naval: bond4) Medicine: habit5) Obsolete: promptuary, storehouse6) Military: depot activity, (полевой) dump, magazine, naval ammunition depot, park, stocking depot, storage activity (запасов), storage depot, storage site, staging area7) Engineering: dump, pantechnicon, shop, stock, stocker, stockpile, storage area, storage facility, storage room, storage space, store house, storeroom8) Agriculture: (лесной) storage yard9) History: garderobe10) Construction: goods shed, stack-yard, storage place, storage structure, storage warehouse, store building, store-room, staple12) Railway term: conservatory, goods depot, shed13) Law: entrepot14) Economy: depot installation, shed it, stock (готовых изделий или полуфабрикатов), stock rooms, stockhouse, stockyard, warehouse facilities15) Automobile industry: bond room, packhouse, stock room (материалов)17) Forestry: collecting depot, deck, header, holding area, landing, pile bottom, storage yard (лесной), yard (лесной)18) Metallurgy: stock (готовых изделий), store room19) Psychology: composition (ума), configuration (психики), habitus20) Oil: (товарный) warehouse21) Astronautics: farm, storage magazine22) Mechanic engineering: stacker23) Silicates: stackyard, storage yard, (открытый) yard24) Mechanics: stock room25) Advertising: storing room27) Warehouse: holding, storage facilities, terminal28) Polymers: catchall29) Automation: warehousing30) Quality control: storing shed31) Arms production: depot establishment32) Cables: storage assembly34) Aviation medicine: habit (характера)35) Makarov: packing shed, self (человека)36) SAP.tech. SLoc, StLoc, stor. loc., storage location, whse37) Logistics: administrative dump, parking ground, stockage point, storage plant, storeholding installation, stores and equipment depot, stores distribution point, supply depot, supply dump, supply room, supply warehouse38) Microsoft: inventory -
11 dépôt
dépôt [depo]1. masculine nouna. ( = action de déposer) [d'argent, valeurs] deposit(ing)b. ( = garde) avoir qch en dépôt to hold sth in trustd. ( = garantie) deposite. [de liquide, lie] depositf. ( = entrepôt) warehouse ; [d'autobus, trains] depotg. ( = point de vente) il y a un dépôt de pain/de lait à l'épicerie bread/milk can be bought at the grocer'sh. ( = prison) jail2. compounds* * *deponom masculin1) ( entrepôt) warehouse; ( plus petit) store; Chemin de Fer depot; ( à la douane) bonded warehouse; Armée ( de garnison) depot2) Commerce ( succursale) outlet3) Administration, Droit ( d'acte) filing [U]; ( de marque) registration; ( de projet de loi) introduction; ( d'amendement) proposal4) ( remise en un lieu)nous recommandons le dépôt des documents chez un notaire — we recommend that the documents be deposited with a notary
en dépôt — [fonds] on deposit; [bijoux] in a safe at the bank
6) ( sédiment) deposit7) ( prison) police cells•Phrasal Verbs:* * *depo nm1) (à la banque) deposit2) (= garde)4) (= gare) depot5) (= prison) cells pl6) (= sédiment) deposit* * *dépôt nm1 ( entrepôt) warehouse; ( plus petit) store, storehouse US; Rail depot; ( à la douane) bonded warehouse; Mil ( de garnison) depot; dépôt d'autobus bus depot; être en dépôt ( à la douane) to be in a bonded warehouse;2 Comm ( succursale) outlet; l'épicerie fait dépôt de pain the grocer's sells bread; la maison a 30 dépôts the firm has 30 outlets; il y a un dépôt de gaz au garage they sell bottled gas at the garage GB ou service station US;3 ( enregistrement) Admin, Jur (d'acte, de candidature, plainte) filing ¢; (de marque, brevet) registration; ( de projet de loi) introduction; (de clause, d'amendement) tabling ¢ GB, proposal;4 ( remise en un lieu) nous recommandons le dépôt des documents chez un notaire we recommend that the documents be deposited with a notary; date limite de dépôt des déclarations d'impôt/des dossiers de demande de bourse deadline for income tax returns/grant applications;5 Fin ( de fonds) deposit; ( de titres) lodging ¢; dépôt en banque/coffre-fort bank/safe deposit; banque/compte de dépôt deposit bank/account; en dépôt [fonds] on deposit; [bijoux] in a safe at the bank; mettre des valeurs en dépôt to place securities in a safe deposit;6 ( sédiment) deposit; dépôt glaciaire glacial deposit; dépôt de tartre deposit of tartar; il y a un dépôt de calcaire dans la bouilloire the kettle is furred up;7 ( prison) police cells;dépôt d'armes arms store; ( clandestin) arms cache; dépôt de bilan voluntary liquidation; entreprises menacées de dépôt de bilan firms threatened with bankruptcy; dépôt légal formal deposit of a copy of a book, film, record, etc with an institution; dépôt de marchandises Rail goods GB ou freight US depot; dépôt de matériel Mil depot; dépôt de munitions Mil munitions store; ( au rebut) munitions dump; dépôt d'ordures (rubbish) tip ou dump GB, garbage dump US; dépôt à terme fixe/à vue fixed term/demand ou sight deposit.[depo] nom masculindépôt légal copyright deposit (in France, copies of published or recorded documents have to be deposited at the Bibliothèque nationale)3. FINANCE [démarche] depositing[somme] depositdépôt à terme/vue open-access/restricted-access deposit[couche] layerdépôt calcaire ou de tartre layer of scale ou furdépôt alluvial/de cendres/de carbone alluvial/ash/carbon deposit9. [boutique] retail outletdépôt de pain ≃ bread shop————————en dépôt locution adverbiale -
12 nehmen
nehmen
(Börse) to call, (kaufen) to buy, to purchase, (als Zahlung fordern) to charge for;
• von seinen Forderungen Abstand nehmen to withdraw one’s claims;
• zu den Akten nehmen to [place on] file;
• in Anspruch nehmen to have recourse to;
• Anwalt nehmen to retain a lawyer;
• Arbeit in Angriff nehmen to set to work, (sofort) to have work started at once;
• Aufschwung nehmen to take an upward trend, (Kurse) to go up, to advance, to rise, to be booming;
• [Bank]kredite in erhöhtem Maße in Anspruch nehmen to increase the borrowings [at a bank];
• auf Bodmerei nehmen to borrow on bottomry;
• an Bord nehmen (Waren) to take on [goods];
• Geld nehmen to take bribes, to be bribable;
• gern nehmen (Effekten) to take readily;
• etw. in Kauf nehmen to put up with s. th.;
• auf Kredit nehmen to buy on credit;
• fünfzehn Euro für die Stunde nehmen to charge euro 15 an hour;
• aus dem Markt nehmen to take off the market;
• Maschine in Betrieb nehmen to put a machine into operation;
• Notiz nehmen to observe;
• in Pacht nehmen to lease;
• Paket in Empfang nehmen to accept a parcel;
• Rückgriff nehmen to have recourse to;
• zu etw. Stellung nehmen to give one’s opinion, to define one’s attitude;
• zum Teilhaber nehmen to take into partnership;
• seinen Urlaub nehmen to take one’s holiday, to go on leave;
• aus der Verpackung nehmen to uncase;
• in Verwahrung nehmen to take into safekeeping;
• Vorprämie nehmen to take for the call;
• Waren auf Kredit nehmen to buy goods on credit;
• Waren aus dem Zollverschluss nehmen to take goods out of bond;
• in Zahlung nehmen to receive in payment, to trade in;
• Zimmer nehmen to rent a room. -
13 Lieferungsanforderung
Lieferungsanforderung
requisition;
• Lieferungsangebot tender, bid, proposal;
• Lieferungsangebot machen to tender;
• Lieferungsannahme acceptance of goods;
• Lieferungsanweisung delivery order;
• Lieferungsanzeige shipping advice, (Börse) delivery ticket;
• Lieferungsaufschub deferred delivery;
• Lieferungsauftrag purchase order;
• Lieferungsbedingungen conditions of sale, delivery conditions, terms of delivery, sales terms (US);
• langfristige Lieferungsbedingungen long-term delivery conditions;
• Lieferungsbuch delivery book;
• Lieferungsdatum delivery date, day of delivery;
• Lieferungsfrist term of delivery;
• Lieferungsgarantie performance guarantee (Br.) (bond, US);
• Lieferungsgenehmigung delivery license;
• Lieferungsgenossenschaft wholesale cooperative society;
• Lieferungsgeschäft (Börse) time bargain (purchase), negotiation of time, [business in] futures (US), (Prämiengeschäft) option deal (Br.), trading in puts and calls (US);
• Lieferungskauf (Börse) forward purchase (Br.), purchase for future delivery (US);
• Lieferungskäufe (Börse) futures (US);
• Lieferungskosten delivery expenses;
• Lieferungskurs (Börse) delivery (making-up, Br.) price;
• Lieferungsmarkt (Börse) future market (US);
• Lieferungsort place of delivery;
• Lieferungsprämie (Rückprämie) premium for the put, (Vorprämie) premium for the cash;
• Lieferungspreis making-up (contract[ing], contracted) price, (Börse) quotation for futures (US);
• Lieferungsrückstand back order;
• Lieferungsschein delivery order (note);
• Lieferungstag day of delivery, (Börse) settling (pay, Br.) day;
• Lieferungstermin day (date) of delivery;
• Lieferungsunfähigkeit inability to supply goods;
• Lieferungsverkäufe (Börse) forward sales (selling), futures (US);
• Lieferungsverpflichtung duty (obligation) to deliver;
• Lieferungsversagen failure to meet delivery. -
14 AT
I) prep.A. with dative.I. Of motion;1) towards, against;Otkell laut at Skamkatli, bowed down to S.;hann sneri egginni at Ásgrími, turned the edge against A.;2) close atup to;Brynjólfr gengr alit at honum, quite up to him;þeir kómust aldri at honum, they could never get near him, to close quarters with him;3) to, at;koma at landi, to come to land;ganga at dómi, to go into court;ganga at stræti, to walk along the street;dreki er niðr fór at ánni (went down the river) fyrir strauminum;refr dró hörpu at ísi, on the ice;5) denoting hostility;renna (sœkja) at e-m, to rush at, assault;gerði þá at þeim þoku mikla, they were overtaken by a thick fog;6) around;vefja motri at höfði sér, to wrap a veil round one’s head;bera grjót at e-m, to heap stones upon the body;7) denoting business, engagement;ríða at hrossum, at sauðum, to go looking after horses, watching sheep;fara at landskuldum, to go collecting rents.II. Of position, &c.;1) denoting presence at, near, by, upon;at kirkju, at church;at dómi, in court;at lögbergi, at the hill of laws;2) denoting participation in;vera at veizlu, brullaupi, to be at a banquet, wedding;vera at vígi, to be an accessory in man-slaying;3) ellipt., vera at, to be about, to be busy at;kvalararnir, er at vóru at pína hann, who were tormenting him;var þar at kona nökkur at binda (was there busy dressing) sár manna;4) with proper names of places (farms);konungr at Danmörku ok Noregi, king of;biskup at Hólum, bishop of Holar;at Helgafelli, at Bergþórshváli;5) used ellipt. with a genitive, at (a person’s) house;at hans (at his house) gisti fjölmenni mikit;at Marðar, at Mara’s home;at hins beilaga Ólafs konungs, at St. Olave’s church;at Ránar, at Ran’s (abode).III. Of time;1) at, in;at upphafi, at first, in the beginning;at skilnaði, at parting, when they parted;at páskum, at Easter;at kveldi, at eventide;at þinglausnum, at the close of the Assembly;at fjöru, at the ebb;at flœðum, at the floodtide;2) adding ‘komanda’ or ‘er kemr’;at ári komanda, next year;at vári, er kemr, next spring;generally with ‘komanda’ understood;at sumri, hausti, vetri, vári, next summer, &c.;3) used with an absolute dative and present or past part.;at sér lifanda, duing his lifetime;at öllum ásjándum, in the sight of all;at áheyranda höfðingjanum, in the hearing of the chief;at upprennandi sólu, at sunrise;at liðnum sex vikum, after six weeks are past;at honum önduðum, after his death;4) denoting uninterrupted succession, after;hverr at öðrum, annarr at öðrum, one after another;skildu menn at þessu, thereupon, after this;at því (thereafter) kómu aðrar meyjar.IV. fig. and in various uses;1) to, into, with the notion of destruction or change;brenna (borgina) at ösku, to burn to ashes;verða at ormi, to become a snake;2) for, as;gefa e-t at gjöf, as a present;eiga e-n at vin, to have one as friend;3) by;taka sverð at hjöltum, by the hilt;draga út björninn at hlustunum, by the ears;kjósa at afli, álitum, by strength, appearrance;4) as regards as to;auðigr at fé, wealthy in goods;vænn (fagr) at áliti, fair of face;5) as a law term, on the grounds of, by reason of;ryðja ( to challenge) dóm at mægðum, kvið at frændsemi;6) as a paraphrase of a genitive;faðir, móðir at barni (= barns, of a child);aðili at sök = aðili sakar;7) with adjectives denoting colour, size, age, of;hvítr, svartr, rauðr at lit, while, black, red of colour;mikill, lítill at stœrð, vexti, tall, small of stature;tvítugr at aldri, twenty years of age;kýr at fyrsta, öðrum kálfi, a cow that has calved once, twice;8) determining the source from which anything comes, of, from;Ari nam ok marga frœði at Þuríði (from her);þiggja, kaupa, geta, leigja e-t at e-m, to receive, buy, obtain, borrow a thing from one;hafa veg (virðing) styrk at e-m, to derive honour, power, from one;9) according, to, after (heygðr at fornum sið);at ráði allra vitrustu manna, by the advice of;at landslögum, by the law of the land;at vánum, as was to be expected;at leyfi e-s, by one’s leave;10) in adverbial phrases;gróa (vera grœddr) at heilu, to be quite healed;bíta af allt gras at snøggu, quite bare;at fullu, fully;at vísu, surely;at frjálsu, freely;at eilífu, for ever and ever;at röngu, at réttu, wrongly, rightly;at líku, at sömu, equally, all the same;at mun, at ráði, at marki, to a great extent.B. with acc., after, upon (= eptir);sonr á at taka arf at föður sinn, to take the inheritance after his father;eiga féránsdóm at e-n, to hold a court of execution upon a person;at þat (= eptir þat), after that, thereafter;connected with a past part. or a., at Gamla fallinn, after the fall of Gamli;at Hrungni dauðan, upon the death of Hrungnir.1) as the simple mark of the infinitive, to;at ganga, at ríða, at hlaupa, to walk, to ride, to run;2) in an objective sense;hann bauð þeim at fara, sitja, he bade (ordered) them to go, sit;gefa e-m at eta, at drekka, to give one to eat, to drink;3) denoting design or purpose, in order to (hann gekk í borg at kaupa silfr).1) demonstrative particle before a comparative, the, all the, so much the;hón grét at meir, she wept the more;þykkir oss at líkara, all the more likely;þú ert maðr at verri (so much the worse), er þú hefir þetta mælt;2) rel. pron., who, which, that (= er);þeir allir, at þau tíðindi heyrðu, all those who heard;sem þeim er títt, at ( as is the custom of those who) kaupferðir reka.conj., that;1) introducing a subjective or objective clause;þat var einhverju sinni, at Höskuldr hafði vinaboð, it happened once that H.;vilda ek, at þú réðist austr í fjörðu, I should like you to go;svá mikill lagamaðr, at, so great a lawyer, that;3) with subj., denoting end or purpose, in order that (skáru þeir fyrir þá (viz. hestana) melinn, at þeir dœi eigi af sulti);4) since, because, as (= því at);5) connected with þó, því, svá;þó at (with subj.), though, although;því at, because, for;svá at, so that;6) temp., þá at (= þá er), when;þegar at (= þegar er), as soon as;þar til at (= þar til er), until, till;áðr at (= á. en), before;7) used superfluously after an int. pron. or adv.;Ólafr spurði, hvern styrk at hann mundi fá honum, what help he was likely to give him;in a relative sense; með fullkomnum ávexti, hverr at (which) þekkr ok þægiligr mun verða.V)negative verbal suffix, = ata; var-at, was not.odda at, Yggs at, battle.* * *1.and að, prep., often used ellipt. dropping the case and even merely as an adverb, [Lat. ad; Ulf. at = πρός and παρά, A. S. ät; Engl. at; Hel. ad = apud; O. H. G. az; lost in mod. Germ., and rare in Swed. and Dan.; in more freq. use in Engl. than any other kindred language, Icel. only excepted]:—the mod. pronunciation and spelling is að (aþ); this form is very old, and is found in Icel. vellum MSS. of the 12th century, e. g. aþ, 623. 60; yet in earlier times it was sounded with a tenuis, as we may infer from rhymes, e. g. jöfurr hyggi at | hve ek yrkja fat, Egill: Sighvat also makes it rhyme with a t. The verse by Thorodd—þar vastu at er fjáðr klæðið þvat (Skálda 162)—is hardly intelligible unless we accept the spelling with an aspirate (að), and say that þvað is = þvá = þváði, lavabat; it may be that by the time of Thorodd and Ari the pure old pronunciation was lost, or is ‘þvat’ simply the A. S. þvât, secuit? The Icelanders still, however, keep the tenuis in compounds before a vowel, or before h, v, or the liquids l, r, thus—atyrða, atorka, athöfn, athugi, athvarf, athlægi; atvinna, atvik; atlaga, atlíðanði ( slope), atriði, atreið, atróðr: but aðdjúpr, aðfinsla (critic), aðferð, aðkoma, aðsókn, aðsúgr (crowding), aðgæzla. In some words the pronunciation is irregular, e. g. atkvæði not aðkv-; atburðr, but aðbúnaðr; aðhjúkran not athjúkran; atgörvi not aðgörfi. At, to, towards; into; against; along, by; in regard to; after.Mostly with dat.; rarely with acc.; and sometimes ellipt.—by dropping the words ‘home,’ ‘house,’ or the like—with gen.WITH DAT.A. LOC.I. WITH MOTION; gener. the motion to the borders, limits of an object, and thus opp. to frá:1. towards, against, with or without the notion of arrival, esp. connected with verbs denoting motion (verba movendi et eundi), e. g. fara, ganga, koma, lúta, snúa, rétta at…; Otkell laut at Skamkatli, O. louted (i. e. bowed down) towards S., Nj. 77, Fms. xi. 102; sendimaðrinn sneri ( turned) hjöltum sverðsins at konungi, towards the king, i. 15; hann sneri egginni at Ásgrími, turned the edge towards A., Nj. 220; rétta e-t at e-m, to reach, hand over, Ld. 132; ganga at, to step towards, Ísl. ii. 259.2. denoting proximity, close up to, up to; Brynjólfr gengr … allt at honum, B. goes quite up to him, Nj. 58; Gunnarr kom þangat at þeim örunum, G. reached them even there with his arrows, 115; þeir kómust aldri at honum, they could never get near him, to close quarters, id.; reið maðr at þeim (up to them), 274; þeir höfðu rakit sporin allt at ( right up to) gammanum, Fms. i. 9; komu þeir at sjó fram, came down to the sea, Bárð. 180.3. without reference to the space traversed, to or at; koma at landi, to land, Ld. 38, Fms. viii. 358; ríða at dyrum, Boll. 344; hlaupa at e-m, to run up to, run at, Fms. vii. 218, viii. 358; af sjáfarganginum er hann gekk at landinu, of the surf dashing against the shore, xi. 6; vísa ólmum hundi at manni, to set a fierce hound at a man, Grág. ii. 118; leggja e-n at velli, to lay low, Eg. 426, Nj. 117; hníga at jörðu, at grasi, at moldu, to bite the dust, to die, Njarð. 378; ganga at dómi, a law term, to go into court, of a plaintiff, defendant, or bystander, Nj. 87 (freq.)4. denoting a motion along, into, upon; ganga at stræti, to walk along the street, Korm. 228, Fms. vii. 39; at ísi, on the ice, Skálda 198, Fms. vii. 19, 246, viii. 168, Eb. 112 new Ed. (á is perh. wrong); máttu menn ganga bar yfir at skipum einum, of ships alone used as a bridge, Fas. i. 378; at höfðum, at nám, to trample on the slain on the battle-field, Lex. Poët.; at ám, along the rivers; at merkiósum, at the river’s mouth, Grág. ii. 355; at endilöngu baki, all along its back, Sks. 100.5. denoting hostility, to rush at, assault; renna at, hlaupa at, ganga, fara, ríða, sækja, at e-m, (v. those words), whence the nouns atrenna, athlaup, atgangr, atför, atreið, atsókn, etc.β. metaph., kom at þeim svefnhöfgi, deep sleep fell on them, Nj. 104. Esp. of weather, in the impers. phrase, hríð, veðr, vind, storm görir at e-m, to be overtaken by a snow storm, gale, or the like; görði þá at þeim þoku mikla, they were overtaken by a thick fog, Bárð. 171.6. denoting around, of clothing or the like; bregða skikkju at höfði sér, to wrap his cloak over his head, Ld. 62; vefja motri at höfði sér, to wrap a snood round her head, 188; sauma at, to stick, cling close, as though sewn on; sauma at höndum sér, of tight gloves, Bs. i. 453; kyrtill svá þröngr sem saumaðr væri at honum, as though it were stitched to him, Nj. 214; vafit at vándum dreglum, tight laced with sorry tags, id.; hosa strengd fast at beini, of tight hose, Eg. 602; hann sveipar at sér iðrunum ok skyrtunni, he gathers up the entrails close to him and the skirt too, Gísl. 71; laz at síðu, a lace on the side, to keep the clothes tight, Eg. 602.β. of burying; bera grjót at einum, to heap stones upon the body, Eg. 719; var gör at þeim dys or grjóti, Ld. 152; gora kistu at líki, to make a coffin for a body, Eb. 264, Landn. 56, Ld. 142.γ. of summoning troops or followers; stefna at sér mönnum, to summon men to him, Nj. 104; stefna at sér liði, Eg. 270; kippa mönnum at sér, to gather men in haste, Ld. 64.7. denoting a business, engagement; ríða at hrossum, at sauðum, to go looking after after horses, watching sheep, Glúm. 362, Nj. 75; fara at fé, to go to seek for sheep, Ld. 240; fara at heyi, to go a-haymaking, Dropl. 10; at veiðum, a-hunting; at fuglum, a-fowling; at dýrum, a-sbooting; at fiski, a-fishing; at veiðiskap, Landn. 154, Orkn. 416 (in a verse), Nj. 25; fara at landskuldum, to go a-collecling rents, Eg. 516; at Finnkaupum, a-marketing with Finns, 41; at féföngum, a-plundering, Fms. vii. 78; ganga at beina, to wait on guests, Nj. 50; starfa at matseld, to serve at table, Eb. 266; hitta e-n at nauðsynjum, on matters of business; at máli, to speak with one, etc., Fms. xi. 101; rekast at e-m, to pursue one, ix. 404; ganga at liði sér, to go suing for help, Grág. ii. 384.β. of festivals; snúa, fá at blóti, veizlu, brullaupi, to prepare for a sacrificial banquet, wedding, or the like, hence at-fangadagr, Eb. 6, Ld. 70; koma at hendi, to happen, befall; ganga at sínu, to come by one’s own, to take it, Ld. 208; Egill drakk hvert full er at honum kom, drained every horn that came to him, Eg. 210; komast at keyptu, to purchase dearly, Húv. 46.8. denoting imaginary motion, esp. of places, cp. Lat. spectare, vergere ad…, to look or lie towards; horfði botninn at höfðanum, the bight of the bay looked toward the headland, Fms. i. 340, Landn. 35; also, skeiðgata liggr at læknum, leads to the brook, Ísl. ii. 339; á þann arminn er vissi at sjánum, on that wing which looked toward the sea, Fms. viii. 115; sár þau er horft höfðu at Knúti konungi, xi. 309.β. even connected with verbs denoting motion; Gilsáreyrr gengr austan at Fljótinu, G. extends, projects to F. from the east, Hrafh. 25; hjá sundi því, er at gengr þingstöðinni, Fms. xi. 85.II. WITHOUT MOTION; denoting presence at, near, by, at the side of, in, upon; connected with verbs like sitja, standa, vera…; at kirkju, at church, Fms. vii. 251, K. f). K. 16, Ld. 328, Ísl. ii. 270, Sks. 36; vera at skála, at húsi, to be in, at home, Landn. 154; at landi, Fms. i. 82; at skipi, on shipboard, Grág. i. 209, 215; at oldri, at a banquet, inter pocula; at áti, at dinner, at a feast, inter edendum, ii. 169, 170; at samförum ok samvistum, at public meetings, id.; at dómi, in a court; standa (to take one’s stand) norðan, sunnan, austan, vestan at dómi, freq. in the proceedings at trials in lawsuits, Nj.; at þingi, present at the parliament, Grág. i. 142; at lögbergi, o n the hill of laws, 17, Nj.; at baki e-m, at the back of.2. denoting presence, partaking in; sitja at mat, to sit at meat, Fms. i. 241; vera at veizlu, brullaupi, to be at a banquet, nuptials, Nj. 51, Ld. 70: a law term, vera at vígi, to be an accessory in manslaying, Nj. 89, 100; vera at e-u simply means to be about, be busy in, Fms. iv. 237; standa at máli, to stand by one in a case, Grág. ii. 165, Nj. 214; vera at fóstri, to be fostered, Fms. i. 2; sitja at hégóma, to listen to nonsense, Ld. 322; vera at smíð, to be at one’s work, Þórð. 62: now absol., vera at, to go on with, be busy at.3. the law term vinna eið at e-u has a double meaning:α. vinna eið at bók, at baugi, to make an oath upon the book by laying the band upon it, Landn. 258, Grág., Nj.; cp. Vkv. 31, Gkv. 3. 3, Hkv. 2. 29, etc.: ‘við’ is now used in this sense.β. to confirm a fact (or the like) by an oath, to swear to, Grág. i. 9, 327.γ. the law phrase, nefna vátta at e-u, of summoning witnesses to a deed, fact, or the like; nefna vátta at benjum, to produce evidence, witnesses as to the wounds, Nj., Grág.; at görð, Eg. 738; at svörum, Grág. i. 19: this summoning of witnesses served in old lawsuits the same purpose as modern pleadings and depositions; every step in a suit to be lawful must be followed by such a summoning or declaration.4. used ellipt., vera at, to be about, to be busy at; kvalararnir er at vóru at pína hann, who were tormenting him; þar varstu at, you were there present, Skálda 162; at várum þar, Gísl. (in a verse): as a law term ‘vera at’ means to be guilty, Glúm. 388; vartattu at þar, Eg. (in a verse); hence the ambiguity of Glum’s oath, vask at þar, I was there present: var þar at kona nokkur ( was there busy) at binda sár manna, Fms. v. 91; hann var at ok smíðaði skot, Rd. 313; voru Varbelgir at ( about) at taka af, þau lög …, Fms. ix. 512; ek var at ok vafk, I was about weaving, xi. 49; þeir höfðu verit at þrjú sumur, they had been busy at it for three summers, x. 186 (now very freq.); koma at, come in, to arrive unexpectedly; Gunnarr kom at í því, G. came in at that moment; hvaðan komtú nú at, whence did you come? Nj. 68, Fms. iii. 200.5. denoting the kingdom or residence of a king or princely person; konungr at Danmörk ok Noregi, king of…, Fms. i. 119, xi. 281; konungr, jarl, at öllum Noregi, king, earl, over all N., íb. 3, 13, Landn. 25; konungr at Dyflinni, king of Dublin, 25; but í or yfir England!, Eg. 263: cp. the phrase, sitja at landi, to reside, of a king when at home, Hkr. i. 34; at Joini, Fms. xi. 74: used of a bishop; biskup at Hólum, bishop of Hólar, Íb. 18, 19; but biskup í Skálaholti, 19: at Rómi, at Rome, Fbr. 198.6. in denoting a man’s abode (vide p. 5, col. 1, l. 27), the prep. ‘at’ is used where the local name implies the notion of by the side of, and is therefore esp. applied to words denoting a river, brook, rock, mountain, grove, or the like, and in some other instances, by, at, e. g. at Hofi (a temple), Landn. 198; at Borg ( a castle), 57; at Helgafelli (a mountain), Eb. constantly so; at Mosfelli, Landn. 190; at Hálsi (a hill), Fms. xi. 22; at Bjargi, Grett. 90; Hálsum, Landn. 143; at Á ( river), 296, 268; at Bægisá, 212; Giljá, 332; Myrká, 211; Vatnsá, id.; þverá, Glúm. 323; at Fossi (a ‘force’ or waterfall), Landn. 73; at Lækjamoti (waters-meeting), 332; at Hlíðarenda ( end of the lithe or hill), at Bergþórshváli, Nj.; at Lundi (a grove), at Melum (sandhill), Landn. 70: the prep. ‘á’ is now used in most of these cases, e. g. á Á, á Hofi, Helgafelli, Felli, Hálsi, etc.β. particularly, and without any regard to etymology, used of the abode of kings or princes, to reside at; at Uppsölum, at Haugi, Alreksstöðum, at Hlöðum, Landn., Fms.γ. konungr lét kalla at stofudyrum, the king made a call at the hall door, Eg. 88; þeir kölluðu at herberginu, they called at the inn, Fms. ix. 475.7. used ellipt. with a gen., esp. if connected with such words as gista, to be a guest, lodge, dine, sup (of festivals or the like) at one’s home; at Marðar, Nj. 4; at hans, 74; þingfesti at þess bóanda, Grág. i. 152; at sín, at one’s own home, Eg. 371, K. Þ. K. 62; hafa náttstað at Freyju, at the abode of goddess Freyja, Eg. 603; at Ránar, at Ran’s, i. e. at Ran’s house, of drowned men who belong to the queen of the sea, Ran, Eb. 274; at hins heilaga Ólafs konungs, at St. Olave’s church, Fms. vi. 63: cp. ad Veneris, εις Κίμωνος.B. TEMP.I. at, denoting a point or period of time; at upphafi, at first, in the beginning, Ld. 104; at lyktum, at síðustu, at lokum, at last; at lesti, at last, Lex. Poët., more freq. á lesti; at skilnaði, at parting, at last, Band. 3; at fornu, in times of yore, formerly, Eg. 267, D. I. i. 635; at sinni, as yet, at present; at nýju, anew, of present time; at eilífu, for ever and ever; at skömmu, soon, shortly, Ísl. ii. 272, v. l.II. of the very moment when anything happens, the beginning of a term; denoting the seasons of the year, months, weeks, the hours of the day; at Jólum, at Yule, Nj. 46; at Pálmadegi, on Palm Sunday, 273; at Páskum, at Easter; at Ólafsvöku, on St. Olave’s eve, 29th of July, Fms.; at vetri, at the beginning of the winter, on the day when winter sets in, Grág. 1. 151; at sumarmálum, at vetrnáttum; at Tvímánaði, when the Double month (August) begins, Ld. 256, Grág. i. 152; at kveldi, at eventide, Eg. 3; at því meli, at that time; at eindaga, at the term, 395; at eykð, at 4 o’clock p. m., 198; at öndverðri æfi Abra hams, Ver. II; at sinni, now at once, Fms. vi. 71; at öðruhverju, every now and then.β. where the point of time is marked by some event; at þingi, at the meeting of parliament (18th to the 24th of June), Ld. 182; at féránsdómi, at the court of execution, Grág. i. 132, 133; at þinglausnum, at the close of the parliament (beginning of July), 140; at festarmálum, eðr at eiginorði, at betrothal or nuptials, 174; at skilnaði, when they parted, Nj. 106 (above); at öllum minnum, at the general drinking of the toasts, Eg. 253; at fjöru, at the ebb; at flæðum, at flood tide, Fms. viii. 306, Orkn. 428; at hrörum, at an inquest, Grág. i. 50 (cp. ii. 141, 389); at sökum, at prosecutions, 30; at sinni, now, as yet, v. that word.III. ellipt., or adding ‘komanda’ or ‘er kemr,’ of the future time:1. ellipt., komanda or the like being understood, with reference to the seasons of the year; at sumri, at vetri, at hausti, at vári, next summer, winter…, Ísl. ii. 242; at miðju sumri, at ári, at Midsummer, next year, Fas. i. 516; at miðjum vetri, Fms. iv. 237,2. adding ‘komanda’ or ‘er kemr;’ at ári komanda, Bárð. 177; at vári er kemr, Dipl. iii. 6.IV. used with an absolute dat. and with a pres. part.:1. with pres. part.; at morni komanda, on the coming morrow, Fms. i. 263; at sér lifanda, in vivo, in his life time, Grág. ii. 202; at þeim sofundum, illis dormientibus, Hkr. i. 234; at öllum ásjándum, in the sight of all, Fms. x. 329; at úvitanda konungi, illo nesciente, without his knowledge, 227; at áheyranda höfðingjanum, in the chief’s bearing, 235.2. of past time with a past part. (Lat. abl. absol.); at hræjum fundnum, on the bodies being found, Grág. ii. 87; at háðum dómum ok föstu þingi, during the session, the courts being set, i. 484; at liðnum sex vikum, after six weeks past, Band. 13; at svá búnu, so goru, svá komnu, svá mæltu (Lat. quibus rebus gestis, dictis, quo facto, dicto, etc.), v. those words; at úreyndu, without trial, without put ting one to the test, Ld. 76; at honum önduðum, illo mortuo.3. ellipt. without ‘at;’ en þessum hlutum fram komnum, when all this has been done, Eb. 132.V. in some phrases with a slight temp, notion; at görðum gildum, the fences being strong, Gþl. 387; at vörmu spori, at once, whilst the trail is warm; at úvörum, unawares, suddenly, Nj. 95, Ld. 132; at þessu, at this cost, on that condition, Eb. 38, Nj. 55; at illum leiki, to have a narrow escape, now við illan leik, Fms. ix. 473; at því, that granted, Grág. ii. 33: at því, at pessu, thereafter, thereupon, Nj. 76.2. denoting succession, without interruption, one after another; hverr at öðrum, annarr maðr at öðrum, aðrir at öðrum; eina konu at annarri, Eg. 91, Fms. ii. 236, vi. 25, Bs. i. 22, 625. 80, H. E. i. 522.C. METAPH. and in various cases:I. denoting a transformation or change into, to, with the notion of destruction; brenna at ösku, at köldum kolum, to burn to ashes, to be quite destroyed, Fms. i. 105, Edda 3, Sturl. ii. 51: with the notion of transformation or transfiguration, in such phrases as, verða at e-u, göra e-t at e-u, to turn it into:α. by a spell; verða at ormi, to become a snake, Fms. xi. 158; at flugdrekum, Gullþ. 7; urðu þau bönd at járni, Edda 40.β. by a natural process it can often be translated by an acc. or by as; göra e-n at urðarmanni, to make him an outlaw, Eg. 728; græða e-n at orkumlamanni, to heal him so as to maim him for life, of bad treatment by a leech, Eb. 244: in the law terms, sár görist at ben, a wound turning into a ben, proving to be mortal, Grág., Nj.; verða at ljúgvætti, to prove to be a false evidence, Grág. i. 44; verða at sætt, to turn into reconciliation, Fms. i. 13; göra e-t at reiði málum, to take offence at, Fs. 20; at nýjum tíðindum, to tell as news, Nj. 14; verða fátt at orðum, to be sparing of words, 18; kveðr (svá) at orði, to speak, utter, 10; verða at þrifnaði, to geton well, Fms. vii. 196: at liði, at skaða, to be a help or hurt to one; at bana, to cause one’s death, Nj. 223, Eg. 21, Grág. ii. 29: at undrum, at hlátri, to become a wonder, a laughing-stock, 623. 35, Eg. 553.II. denoting capacity, where it may be translated merely by as or for; gefa at Jólagjöf, to give for a Christmas-box, Eg. 516; at gjöf, for a present; at erfð, at láni, launum, as an inheritance, a loan; at kaupum ok sökum, for buying and selling, Ísl. ii. 223, Grág. i. 423; at solum, ii. 204; at herfangi, as spoil or plunder; at sakbótum, at niðgjöldum, as a compensation, weregeld, i. 339, ii. 171, Hkr. ii. 168; taka at gíslingu, to take as an hostage, Edda 15; eiga e-n at vin, at óvin, to have one as friend or foe, illt er at eiga þræl at eingavin, ‘tis ill to have a thrall for one’s bosom friend (a proverb), Nj. 77; fæða, eiga, at sonum (syni), to beget a son, Edda 8, Bs. i. 60 (but eiga at dóttur cannot be said); hafa möttul at yfirhöfn, Fms. vii. 201; verða nökkut at manni (mönnum), to turn out to be a worthy man; verða ekki at manni, to turn out a worthless person, xi. 79, 268.2. in such phrases as, verða at orðum, to come towards, Nj. 26; var þat at erindum, Eg. 148; hafa at veizlum, to draw veizlur ( dues) from, Fms. iv. 275, Eg. 647; gora e-t at álitum, to take it into consideration, Nj. 3.III. denoting belonging to, fitting, of parts of the whole or the like; vóru at honum (viz. the sword) hjölt gullbúin, the sword was ornamented with a hilt of gold, Ld. 330; umgörð at ( belonging to) sverði, Fs. 97 (Hs.) in a verse; en ef mór er eigi at landinu, if there be no turf moor belonging to the land, Grág. ii. 338; svá at eigi brotnaði nokkuð at Orminum, so that no harm happened to the ship Worm, Fms. x. 356; hvatki er meiðir at skipinu eðr at reiðinu eðr at viðum, damage done t o …, Grág. ii. 403; lesta ( to injure) hús at lásum, við eðr torfi, 110; ef land hefir batnað at húsum, if the land has been bettered as to its buildings, 210; cp. the phrase, göra at e-u, to repair: hamlaðr at höndum eðr fótum, maimed as to hands or feet, Eg. 14; heill at höndum en hrumr at fótum, sound in band, palsied in foot, Fms. vii. 12; lykill at skrá, a key belonging, fitting, to the latch; hurð at húsi; a key ‘gengr at’ ( fits) skrá; and many other phrases. 2. denoting the part by which a thing is held or to which it belongs, by; fá, taka at…, to grasp by …; þú tókt við sverði hans at hjöltunum, you took it by the bill, Fms. i. 15; draga út björninn at hlustum, to pull out the bear by the ears, Fas. ii. 237; at fótum, by the feet, Fms. viii. 363; mæla ( to measure) at hrygg ok at jaðri, by the edge or middle of the stuff, Grág. i. 498; kasta e-m at höfði, head foremost, Nj. 84; kjósa e-n at fótum, by the feet alone, Edda 46; hefja frændsemi at bræðrum, eða at systkynum, to reckon kinship by the brother’s or the sister’s side, Grág. i. 28; kjósa at afli, at álitum, by strength, sight, Gs. 8, belongs rather to the following.IV. in respect of, as regards, in regard to, as to; auðigr at fé, wealthy of goods, Nj. 16, 30, 51; beztir hestar at reið, the best racehorses, 186; spekingr at viti, a man of great intellect, Ld. 124; vænn (fagr) at áliti, fair of face, Nj. 30, Bs. i. 61; kvenna vænst at ásjónu ok vits munum, of surpassing beauty and intellect, Ld. 122; fullkominn at hyggju, 18; um fram aðra menn at vinsældum ok harðfengi, of surpassing popularity and hardihood, Eb. 30.2. a law term, of challenging jurors, judges, or the like, on account of, by reason of; ryðja ( to challenge) at mægðum, guðsifjum, frændsemi, hrörum …; at leiðarlengd, on account of distance, Grág. i. 30, 50, Nj. (freq.)3. in arithm. denoting proportion; at helmingi, þriðjungi, fjórðungi, tíunda hluta, cp. Lat. ex asse, quadrante, for the half, third… part; máttr skal at magni (a proverb), might and main go together, Hkr. ii. 236; þú munt vera at því mikill fræðimaðr á kvæði, in the same proportion, as great, Fms. vi. 391, iii. 41; at e-s hluta, at… leiti, for one’s part, in turn, as far as one is con cerned, Grág. i. 322, Eg. 309, Fms. iii. 26 (freq.): at öðrum kosti, in the other case, otherwise (freq.) More gener., at öllu, öngu, in all (no) respects; at sumu, einhverju, nokkru, partly; at flestu, mestu, chiefly.4. as a paraphrase of a genitive; faðir, móðir at barni (= barns); aðili at sök (= sakar a.); morðingi at barni (= barns), faðerni at barni (barns); illvirki at fé manna (cp. Lat. felo de se), niðrfall at sökum (saka), land gangr at fiskum (fiska), Fms. iv. 274, Grág. i. 277, 416, N. G. L. i. 340, K. Þ. K. 112, Nj. 21.5. the phrase ‘at sér,’ of himself or in himself, either ellipt. or by adding the participle görr, and with the adverbs vel, ilia, or the like; denoting breeding, bearing, endowments, character …; væn kona, kurteis ok vel at sér, an accomplished, well-bred, gifted lady, Nj. I; vitr maðr ok vel at sér, a wise man and thoroughly good in feeling and bearing, 5; þú ert maðr vaskr ok vel at þér, 49; gerr at sér, accomplished, 51; bezt at sér görr, the finest, best bred man, 39, Ld. 124; en þó er hann svá vel at sér, so generous, Nj. 77; þeir höfðingjar er svá vóru vel at sér, so noble-minded, 198, Fms. i. 160: the phrase ‘at sér’ is now only used of knowledge, thus maðr vel að sér means clever, a man of great knowledge; illa að sér, a blockhead.6. denoting relations to colour, size, value, age, and the like; hvitr, svartr, grár, rauðr … at lit, white, swarthy, gray, red … of colour, Bjarn. 55, 28, Ísl. ii. 213, etc.; mikill, lítill, at stærð, vexti, tall, small of size, etc.; ungr, gamall, barn, at aldri, young, old, a child of age; tvítugr, þrítugr … at aldri, twenty, thirty … years of age (freq.): of animals; kyr at fyrsta, öðrum … kálfi, a cow having calved once, twice…, Jb. 346: value, amount, currency of money, kaupa e-t at mörk, at a mark, N. G. L. 1. 352; ok er eyririnn at mörk, amounts to a mark, of the value of money, Grág. i. 392; verðr þá at hálfri murk vaðmála eyrir, amounts to a half a mark, 500.β. metaph. of value, connected with verbs denoting to esteem, hold; meta, hafa, halda at miklu, litlu, vettugi, engu, or the like, to hold in high or low esteem, to care or not to care for (freq.): geta e-s at góðu, illu, öngu, to mention one favourably, unfavourably, indifferently … (freq.), prop. in connection with. In many cases it may be translated by in; ekki er mark at draumum, there is no meaning in dreams, no heed is to be paid to dreams, Sturl. ii. 217; bragð er at þá barnið finnr, it goes too far, when even a child takes offence (a proverb): hvat er at því, what does it mean? Nj. 11; hvert þat skip er vöxtr er at, any ship of mark, i. e. however small, Fms. xi. 20.V. denoting the source of a thing:1. source of infor mation, to learn, perceive, get information from; Ari nam ok marga fræði at Þuríði, learnt as her pupil, at her hands, as St. Paul at the feet of Gamaliel, (just as the Scotch say to speer or ask at a person); Ari nam at Þorgeiri afraðskoll, Hkr. (pref.); nema kunnáttu at e-m, used of a pupil, Fms. i. 8; nema fræði at e-m, xi. 396.2. of receiving, acquiring, buying, from; þiggja e-t at e-m, to receive a thing at his hands, Nj. 51; líf, to be pardoned, Fms. x. 173; kaupa land at e-m, to buy it from, Landn. 72, Íb. II, (now af is more freq. in this sense); geta e-t at e-m, to obtain, procure at one’s hands, impetrare; þeirra manna er þeir megu þat geta at, who are willing to do that, Grág. i. I; heimta e-t at e-m (now af), to call in, demand (a debt, money), 279; fala e-t at e-m (now af), to chaffer for or cheapen anything, Nj. 73; sækja e-t at e-m, to ask, seek for; sækja heilræði ok traust at e-m, 98; leiga e-t at e-m (now af), to borrow, Grág. ii. 334; eiga e-t (fé, skuld) at e-m, to be owed money by any one, i. 399: metaph. to deserve of one, Nj. 113; eiga mikit at e-m, to have much to do with, 138; hafa veg, virðing, styrk, at, to derive honour, power from, Fms. vi. 71, Eg. 44, Bárð. 174; gagn, to be of use, Ld. 216; mein, tálma, mischief, disadvantage, 158, 216, cp. Eg. 546; ótta, awe, Nj. 68.VI. denoting conformity, according to, Lat. secundum, ex, after; at fornum sið, Fms. i. 112; at sögn Ara prests, as Ari relates, on his authority, 55; at ráði allra vitrustu manna, at the advice of, Ísl. ii. 259, Ld. 62; at lögum, at landslögum, by the law of the land, Grág., Nj.; at líkindum, in all likelihood, Ld. 272; at sköpum, in due course (poet.); at hinum sama hætti, in the very same manner, Grág. i. 90; at vánum, as was to be expected, Nj. 255; at leyfi e-s, by one’s leave, Eg. 35; úlofi, Grág. ii. 215; at ósk, vilja e-s, as one likes…; at mun, id. (poet.); at sólu, happily (following the course of the sun), Bs. i. 70, 137; at því sem …, as to infer from …, Nj. 124: ‘fara, láta, ganga at’ denotes to yield, agree to, to comply with, give in, Ld. 168, Eg. 18, Fms. x. 368.VII. in phrases nearly or quite adverbial; gróa, vera græddr, at heilu, to be quite healed, Bárð. 167, Eb. 148; bíta at snöggu, to bite it bare, Fms. xi. 6; at þurru, till it becomes dry, Eb. 276; at endilöngu, all along, Fas. ii; vinnast at litlu, to avail little, 655 x. 14; at fullu, fully, Nj. 257, Hkr. i. 171; at vísu, of a surety, surely, Ld. 40; at frjálsu, freely, 308; at líku, at sömu, equally, all the same, Hom. 80, Nj. 267; at röngu, wrongly, 686 B. 2; at hófi, temperately, Lex. Poët.; at mun, at ráði, at marki, to a great extent; at hringum, utterly, all round, (rare), Fms. x. 389; at einu, yet, Orkn. 358; svá at einu, því at einu, allt at einu, yet, however, nevertheless.VIII. connected with comparatives of adverbs and adjectives, and strengthening the sense, as in Engl. ‘the,’ so much the more, all the more; ‘at’ heldr tveimr, at ek munda gjarna veita yðr öllum, where it may be translated by so much the more to two, as I would willingly grant it to all of you; hon grét at meir, she grat (wept) the more, Eg. 483; þykir oss at líkara, all the more likely, Fms. viii. 6; þess at harðari, all the harder, Sturl. iii. 202 C; svá at hinn sé bana at nær, Grág. ii. 117; at auðnara, at hólpnara, the more happy, Al. 19, Grett. 116 B; þess at meiri, Fms. v. 64; auvirðismaðr at meiri, Sturl. ii. 139; maðr at vaskari, id.; at feigri, any the more fey, Km. 22; maðr at verri, all the worse, Nj. 168; ok er ‘at’ firr…, at ek vil miklu heldr, cp. Lat. tantum abest… ut, Eg. 60.β. following after a negation; eigi at síðr, no less, Nj. 160, Ld. 146; eigi… at meiri maðr, any better, Eg. 425, 489; erat héra at borgnara, any the better off for that, Fms. vii. 116; eigi at minni, no less for that, Edda (pref.) 146; eigi at minna, Ld. 216, Fms. ix. 50; ekki at verri drengr, not a bit worse for that, Ld. 42; er mér ekki son minn at bættari, þótt…, 216; at eigi vissi at nær, any more, Fas. iii. 74.IX. following many words:1. verbs, esp. those denoting, a. to ask, enquire, attend, seek, e. g. spyrja at, to speer (ask) for; leita at, to seek for; gæta, geyma at, to pay attention to; huga, hyggja at; hence atspurn, to enquire, aðgæzla, athugi, attention, etc.β. verbs denoting laughter, play, joy, game, cp. the Engl. to play at …, to laugh at …; hlæja, brosa at e-u, to laugh, smile at it; leika (sér) at e-u, to play at; þykja gaman at, to enjoy; hæða, göra gys at …, to make sport at …γ. verbs denoting assistance, help; standa, veita, vinna, hjálpa at; hence atstoð, atvinna, atverk:—mode, proceeding; fara at, to proceed, hence atför and atferli:—compliance; láta, fara at e-u, v. above:— fault; e-t er at e-u, there is some fault in it, Fms. x. 418; skorta at e-u, to fall short of, xi. 98:—care, attendance; hjúkra at, hlýja at, v. these words:—gathering, collecting; draga, reiða, flytja, fá at, congerere:—engagement, arrival, etc.; sækja at, to attack; ganga at, vera at, to be about; koma at, ellipt. to arrive: göra at, to repair: lesta at, to impair (v. above); finna at, to criticise (mod.); telja at, id.: bera at, to happen; kveða at e-m, to address one, 625. 15, (kveða at (ellipt.) now means to pronounce, and of a child to utter (read) whole syllables); falla at, of the flood-tide (ellipt.): metaph. of pains or straits surrounding one; þreyngja, herða at, to press hard: of frost and cold, with regard to the seasons; frjósa at, kólna at, to get really cold (SI. 44), as it were from the cold stiffening all things: also of the seasons themselves; hausta, vetra að, when the season really sets in; esp. the cold seasons, ‘sumra at’ cannot be used, yet we may say ‘vára að’ when the spring sets in, and the air gets mild.δ. in numberless other cases which may partly be seen below.2. connected ellipt. with adverbs denoting motion from a place; norðan, austan, sunnan, vestan at, those from the north, east…; utan at, innan at, from the outside or inside.3. with adjectives (but rarely), e. g. kærr, elskr, virkr (affectionate), vandr (zealous), at e-m; v. these words.WITH ACC.TEMP.: Lat. post, after, upon, esp. freq. in poetry, but rare in prose writers, who use eptir; nema reisi niðr at nið (= maðr eptir mann), in succession, of erecting a monument, Hm. 71; in prose, at þat. posthac, deinde, Fms. x. 323, cp. Rm., where it occurs several times, 2, 6, 9, 14, 18, 24, 28, 30, 35; sonr á at taka arf at föður sinn, has to take the inheritance after his father, Grág. i. 170 new Ed.; eiga féránsdóm at e-n, Grág. i. 89; at Gamla fallinn, after the death of G., Fms. x. 382; in Edda (Gl.) 113 ought to be restored, grét ok at Oð, gulli Freyja, she grat (wept) tears of gold for her lost husband Od. It is doubtful if it is ever used in a purely loc. sense; at land, Grág. (Sb.)ii. 211, is probably corrupt; at hönd = á hönd, Grág. (Sb.) i. 135; at mót = at móti, v. this word.☞ In compounds (v. below) at- or að- answers in turn to Lat. ad- or in- or con-; atdráttr e. g. denotes collecting; atkoma is adventus: it may also answer to Lat. ob-, in atburðr = accidence, but might also be compared with Lat. occurrere.2.and að, the mark of the infinitive [cp. Goth. du; A. S. and Engl. to; Germ. zu]. Except in the case of a few verbs ‘at’ is always placed immediately before the infinitive, so as to be almost an inseparable part of the verb.I. it is used either,1. as, a simple mark of the infinitive, only denoting an action and independent of the subject, e. g. at ganga, at hlaupa, at vita, to go, to run, to know; or,2. in an objective sense when following such verbs as bjóða segja…, to invite, command …; hann bauð þeim at ganga, at sitja, be bade, ordered them to go, sit, or the like; or as gefa and fá; gefa e-m at drekka, at eta, to give one to drink or to eat, etc. etc.β. with the additional notion of intention, esp. when following verba cogitandi; hann ætlaði, hafði í hyggju at fara, he had it in his mind to go (where ‘to go’ is the real object to ætlaði and hafði í hyggju).3. answering to the Gr. ινα, denoting intention, design, in order to; hann gékk í borg at kaupa silfr, in order to buy, Nj. 280; hann sendi riddara sína með þeim at varðveita þær, 623. 45: in order to make the phrase more plain, ‘svá’ and ‘til’ are frequently added, esp. in mod. writers, ‘svá at’ and contr. ‘svát’ (the last however is rare), ‘til at’ and ‘til þess at,’ etc.II. in the earlier times the infin., as in Greek and Lat., had no such mark; and some verbs remain that cannot be followed by ‘at;’ these verbs are almost the same in Icel. as in Engl.:α. the auxiliary verbs vil, mun ( μέλλω), skal; as in Engl. to is never used after the auxiliaries shall, will, must; ek vil ganga, I will go; ek mun fara, (as in North. E.) I mun go; ek skal göra þat, I shall do that, etc.β. the verbs kunna, mega, as in Engl. I can or may do, I dare say; svá hygginn at hann kunni fyrir sökum ráða, Grág. ii. 75; í öllu er prýða má góðan höfðingja, Nj. 90; vera má, it may be; vera kann þat, id.: kunnu, however, takes ‘at’ whenever it means to know, and esp. in common language in phrases such as, það kann að vera, but vera kann þat, v. above.γ. lata, biðja, as in Engl. to let, to bid; hann lét (bað) þá fara, he let (bade) them go.δ. þykkja, þykjast, to seem; hann þykir vera, he is thought to be: reflex., hann þykist vera, sibi videtur: impers., mér þykir vera, mibi videtur, in all cases without ‘at.’ So also freq. the verbs hugsa, hyggja, ætla, halda, to think, when denoting merely the act of thinking; but if there be any notion of intention or purpose, they assume the ‘at;’ thus hann ætlaði, hugði, þá vera góða menn, he thought them to be, acc. c. inf.; but ætlaði at fara, meant to go, etc.ε. the verbs denoting to see, bear; sjá, líta, horfa á … ( videre); heyra, audire, as in Engl. I saw them come, I heard him tell, ek sá þá koma, ek heyrði hann tala.ζ. sometimes after the verbs eiga and ganga; hann gékk steikja, be went to roast, Vkv. 9; eiga, esp. when a mere periphrasis instead of skal, móður sína á maðr fyrst fram færa (better at færa), Grág. i. 232; á þann kvið einskis meta, 59; but at meta, id. l. 24; ráða, nema, göra …, freq. in poetry, when they are used as simple auxiliary verbs, e. g. nam hann sér Högna hvetja at rúnum, Skv. 3. 43.η. hljóta and verða, when used in the sense of must (as in Engl. he must go), and when placed after the infin.of another verb; hér muntu vera hljóta, Nj. 129; but hljóta at vera: fara hlýtr þú, Fms. 1. 159; but þú hlýtr at fara: verða vita, ii. 146; but verða at vita: hann man verða sækja, þó verðr (= skal) maðr eptir mann lifa, Fms. viii. 19, Fas. ii. 552, are exceptional cases.θ. in poetry, verbs with the verbal neg. suffix ‘-at,’ freq. for the case of euphony, take no mark of the infinitive, where it would be indispensable with the simple verb, vide Lex. Poët. Exceptional cases; hvárt sem hann vill ‘at’ verja þá sök, eða, whatever he chooses, either, Grág. i. 64; fyrr viljum vér enga kórónu at bera, en nokkut ófrelsi á oss at taka, we would rather bear no crown than …, Fms. x. 12; the context is peculiar, and the ‘at’ purposely added. It may be left out ellipt.; e. g. þá er guð gefr oss finnast (= at finnast), Dipl. ii. 14; gef honum drekka (= at drekka), Pr. 470; but mostly in unclassical writers, in deeds, or the like, written nastily and in an abrupt style.3.and að, conj. [Goth. þatei = οτι; A. S. þät; Engl. that; Germ, dass; the Ormul. and Scot. at, see the quotations sub voce in Jamieson; in all South-Teutonic idioms with an initial dental: the Scandinavian idioms form an exception, having all dropped this consonant; Swed. åt, Dan. at]. In Icel. the Bible translation (of the 16th century) was chiefly based upon that of Luther; the hymns and the great bulk of theol. translations of that time were also derived from Germany; therefore the germanised form það frequently appears in the Bible, and was often employed by theol. authors in sermons since the time of the Reformation. Jón Vidalin, the greatest modern Icel. preacher, who died in 1720, in spite of his thoroughly classical style, abounds in the use of this form; but it never took root in the language, and has never passed into the spoken dialect. After a relative or demonstr. pronoun, it freq. in mod. writers assumes the form eð, hver eð, hverir eð, hvað eð, þar eð. Before the prep. þú (tu), þ changes into t, and is spelt in a single word attú, which is freq. in some MS.;—now, however, pronounced aððú, aððeir, aððið …, = að þú…, with the soft Engl. th sound. It gener. answers to Lat. ut, or to the relat. pron. qui.I. that, relative to svá, to denote proportion, degree, so…, that, Lat. tam, tantus, tot…, ut; svá mikill lagamaðr, at…, so great a lawyer, that…, Nj. 1; hárið svá mikit, at þat…, 2; svá kom um síðir því máli, at Sigvaldi, it came so far, that…, Fms. xi. 95, Edda 33. Rarely and unclass., ellipt. without svá; Bæringr var til seinn eptir honum, at hann … (= svá at), Bær. 15; hlífði honum, at hann sakaði ekki, Fas. iii. 441.II. it is used,1. with indic, in a narrative sense, answering partly to Gr. οτι, Lat. quod, ut, in such phrases as, it came to pass, happened that …; þat var einhverju sinni, at Höskuldr hafði vinaboð, Nj. 2; þat var á palmdrottinsdag, at Ólafr konungr gékk út um stræti, Fms. ii. 244.2. with subj. answering to Lat. acc. with infin., to mark the relation of an object to the chief verb, e. g. vilda ek at þú réðist, I wished that you would, Nj. 57.β. or in an oblique sentence, answering to ita ut…; ef svá kann verða at þeir láti…, if it may be so that they might…, Fms. xi. 94.γ. with a subj. denoting design, answering to ϊνα or Lat. ut with subj., in order that; at öll veraldar bygðin viti, ut sciat totus orbis, Stj.; þeir skáru fyrir þá melinn, at þeir dæi eigi af sulti, ut ne fame perirent, Nj. 265; fyrsti hlutr bókarinnar er Kristindómsbálkr, at menn skili, in order that men may understand, Gþl. p. viii.III. used in connection with conjunctions,1. esp. þó, því, svá; þó at freq. contr. þótt; svát is rare and obsolete.α. þóat, þótt (North. E. ‘thof’), followed by a subjunctive, though, although, Lat. etsi, quamquam (very freq.); þóat nokkurum mönnum sýnist þetta með freku sett… þá viljum vér, Fms. vi. 21: phrases as, gef þú mér þó at úverðugri, etsi indignae (dat.), Stj. MS. col. 315, are unclass., and influenced by the Latin: sometimes ellipt. without ‘þó,’ eigi mundi hón þá meir hvata göngu sinni, at (= þóat) hon hraeddist bana sinn, Edda 7, Nj. 64: ‘þó’ and ‘at’ separated, svarar hann þó rétt, at hann svari svá, Grág. i. 23; þó er rétt at nýta, at hann sé fyrr skorinn, answering to Engl. yet—though, Lat. attamen —etsi, K. Þ. K.β. því at, because, Lat. nam, quia, with indic.; því at allir vóru gerfiligir synir hans, Ld. 68; því at af íþróttum verðr maðr fróðr, Sks. 16: separated, því þegi ek, at ek undrumst, Fms. iii. 201; því er þessa getið, at þat þótti, it i s mentioned because …, Ld. 68.γ. svá at, so that, Lat. ut, ita ut; grátrinn kom upp, svá at eingi mátti öðrum segja, Edda 37: separated, so … that, svá úsvúst at …, so bad weather, that, Bs. i. 339, etc.2. it is freq. used superfluously, esp. after relatives; hver at = hverr, quis; því at = því, igitur; hverr at þekkr ok þægiligr mun verða, Fms. v. 159; hvern stvrk at hann mundi fá, 44; ek undrumst hvé mikil ógnarraust at liggr í þér, iii. 201; því at ek mátti eigi þar vera elligar, því at þar var kristni vel haldin, Fas. i. 340.IV. as a relat. conj.:1. temp, when, Lat. quum; jafnan er ( est) mér þá verra er ( quum) ek fer á braut þaðan, en þá at ( quum) ek kem, Grett. 150 A; þar til at vér vitum, till we know, Fms. v. 52; þá at ek lýsta (= þá er), when, Nj. 233.2. since, because; ek færi yðr (hann), at þér eruð í einum hrepp allir, because of your being all of the same Rape, Grág. i. 260; eigi er kynlegt at ( though) Skarphéðinn sé hraustr, at þat er mælt at…, because (since) it is a saying that…, Nj. 64.V. in mod. writers it is also freq. superfluously joined to the conjunctions, ef að = ef, si, (Lv. 45 is from a paper MS.), meðan að = meðan, dum; nema að, nisi; fyrst að = fyrst, quoniam; eptir að, síðan að, postquam; hvárt að = hvárt, Lat. an. In the law we find passages such as, þá er um er dæmt eina sök, at þá eigu þeir aptr at ganga í dóminn, Grág. i. 79; ef þing ber á hina helgu viku, at þat á eigi fyrir þeim málum at standa, 106; þat er ok, at þeir skulu reifa mál manna, 64; at þeir skulu með váttorð þá sök sækja, 65: in all these cases ‘at’ is either superfluous or, which is more likely, of an ellipt. nature, ‘the law decrees’ or ‘it is decreed’ being understood. The passages Sks. 551, 552, 568, 718 B, at lokit (= at ek hefi lokit), at hugleitt (= at ek hefi h.), at sent (= at ek hefi sent) are quite exceptional.4.and að, an indecl. relat. pronoun [Ulf. þatei = ος, ος αν, οστις, οσπερ, οιος, etc.; Engl. that, Ormul. at], with the initial letter dropped, as in the conj. at, (cp. also the Old Engl. at, which is both a conj. and a pronoun, e. g. Barbour vi. 24 in Jamieson: ‘I drede that his gret wassalage, | And his travail may bring till end, | That at men quhilc full litil wend.’ | ‘His mestyr speryt quhat tithings a t he saw.’—Wyntoun v. 3. 89.) In Icel. ‘er’ (the relat. pronoun) and ‘at’ are used indifferently, so that where one MS. reads ‘er,’ another reads ‘at,’ and vice versâ; this may easily be seen by looking at the MSS.; yet as a rule ‘er’ is much more freq. used. In mod. writers ‘at’ is freq. turned into ‘eð,’ esp. as a superfluous particle after the relative pron. hverr (hver eð, hvað eð, hverir eð, etc.), or the demonstr. sá (sá eð, þeir eð, hinir eð, etc.):—who, which, that, enn bezta grip at ( which) hafði til Íslands komið, Ld. 202; en engi mun sá at ( cui) minnisamara mun vera, 242; sem blótnaut at ( quae) stærst verða, Fms. iii. 214; þau tiðendi, at mér þætti verri, Nj. 64, etc. etc.5.n. collision (poët.); odda at, crossing of spears, crash of spears, Höfuðl. 8.6.the negative verbal suffix, v. -a. -
15 κοινωνία
κοινωνία, ας, ἡ (s. prec. entry; Pind.+; ins, pap, LXX; JosAs 7:6 cod. A; Philo [Mos. 1, 158 of communion w. God]; Joseph.; loanw. in rabb.; Just.; Tat. 18, 2; Ath.; Iren. 4, 18, 5 [Harv. II 205, 4] w. ἕνωσις).① close association involving mutual interests and sharing, association, communion, fellowship, close relationship (hence a favorite expr. for the marital relationship as the most intimate betw. human beings Isocr. 3, 40; BGU 1051, 9 [I A.D.]; 1052, 7; POxy 1473, 33; 3 Macc 4:6; Jos., Ant. 1, 304; Did., Gen 235, 18. But s. also Diod S 10, 8, 2 ἡ τοῦ βίου κ.=the common type or bond of life that unites the Pythagoreans) τινός with or to someone (Amphis Com. [IV B.C.] 20, 3; Herodian 1, 10, 1; τοῦ θεοῦ Orig., C. Cels. 3, 56, 6); hence there is linguistic warrant to transl.: κ. τοῦ υἱοῦ αὐτοῦ fellowship with God’s Son 1 Cor 1:9 (s. 4 below) and κ. τοῦ ἁγίου πνεύματος fellowship w. the Holy Spirit 2 Cor 13:13 (so JSickenberger comm. [Bonnerbibel 1919; 4th ed. ’32] ad loc. in the Trinitarian sense but s. WKümmel, appendix to HLtzm. comm. [Hdb]). Others take the latter gen. as a subjective gen. or gen. of quality fellowship brought about by the Holy Spirit (APlummer, w. reservations, comm. 2 Cor [ICC] et al.; TSchmidt, D. Leib Christi 1919, 135; s. 4 below). Corresp. κ. πνεύματος fellowship w. the Spirit Phil 2:1 (Synes., Prov. 1, 15 p. 108c κ. γνώμης=community of will and s. 2 below).—κοινωνία(ν ἔχειν) μετά τινος ( have) fellowship w. someone (cp. Job 34:8) w. God 1J 1:3b, 6 (cp. Epict. 2, 19, 27 περὶ τῆς πρὸς τὸν Δία κοινωνίας βουλευόμενον; Jos., Bell. 7, 264, C. Ap. 1, 35 [both πρός w. acc.]); w. fellow Christians vss. 3a, 7. εἴς τι (POxf 5f) ἡ κ. εἰς τὸ εὐαγγέλιον close relationship w. the gospel Phil 1:5. ηὐδόκησαν κ. τινὰ ποιήσασθαι εἰς τοὺς πτωχούς they have undertaken to establish a rather close relation w. the poor Ro 15:26 (sim. GPeterman, Make a Contribution or Establish Fellowship: NTS 40, ’94, 457–63; but some prefer 3 below).—κ. πρός w. acc. connection with, relation to (Pla., Symp. 188c; Galen, Protr. 9 p. 28, 7 J.; SIG 646, 54 [170 B.C.]; Philo, Leg. ad Gai. 110 τίς οὖν κοινωνία πρὸς Ἀπόλλωνα τῷ μηδὲν οἰκεῖον ἐπιτετηδευκότι; cp. Jos., C. Ap. 2, 208; τοῦ πατρὸς πρὸς τὸν υἱὸν κ. Ath. 12, 2; πρὸς τὸ θειότερον κ. Orig., C. Cels. 3, 28, 47) τίς κ. φωτὶ πρὸς σκότος; what does darkness have in common with light? 2 Cor 6:14 (cp. Sir 13:2, 17f; Aristoph., Thes. 140 τίς κατόπτρου καὶ ξίφους κοινωνία;).—Abs. fellowship, (harmonious) unity (Hippol., Ref. 9, 12, 26) Ac 2:42 (s. JFitzmyer, PSchubert Festschr. ’66, 242–44 [Acts-Qumran] suggests that ‘community of goods’ [יחד] may be meant here, as 1QS 1, 11–13; 6, 17. On the problem of this term s. HBraun, Qumran u. d. NT, I, ’66; 143–50; s. also ACarr, The Fellowship of Ac 2:42 and Cognate Words: Exp. 8th ser., 5, 1913, 458ff). δεξιὰς κοινωνίας διδόναι τινί give someone the right hand of fellowship Gal 2:9 (JSampley, Pauline Partnership in Christ ’80, argues for a legal notion of ‘consensual societas’ but s. New Docs 3, 19).—κ. also has the concrete mng. society, brotherhood as a closely knit majority, naturally belonging together: Maximus Tyr. 15, 4b τί ἐστὶν τὸ τῆς κοινωνίας συμβόλαιον; what is the contribution (i.e., of the philosopher) to the community or (human) society? 16, 2m δημώδεις κοινωνίαι=meetings of the common people.—On ancient clubs and associations s. Poland; also JWaltzing, Étude historique sur les corporations professionnelles chez les Romaine, 4 vols. 1895–1900; EZiebarth, Das griechische Vereinswesen 1896.② attitude of good will that manifests an interest in a close relationship, generosity, fellow-feeling, altruism (Epict. in Stob. 43 Sch. χρηστότητι κοινωνίας; Arrian, Anab. 7, 11, 9 κ. beside ὁμόνοια; Herm. Wr. 13, 9 [opp. πλεονεξία]) ἁπλότης τῆς κ. εἴς τινα 2 Cor 9:13. W. εὐποιί̈α Hb 13:16. The context permits this mng. also Phil 2:1 (s. 1 above). The transition to the next mng. is easy.③ abstr. for concr. sign of fellowship, proof of brotherly unity, even gift, contribution (Lev 5:21; ins of Asia Minor: κ.=‘subsidy’ [Rdm.2 10]) Ro 15:26 (s. 1 above). Under this head we may perh. classify κοινωνία τ. αἵματος (σώματος) τοῦ Χριστοῦ a means for attaining a close relationship with the blood (body) of Christ 1 Cor 10:16ab (s. 4 below).④ participation, sharing τινός in someth. (Appian, Bell. Civ. 1, 67 §306 κ. τῶν παρόντων=in the present undertakings; 5, 71 §299 κ. τῆς ἀρχῆς in the rule; Polyaenus 6, 7, 2 κ. τοῦ μιάσματος in the foul deed; Maximus Tyr. 19, 3b τῆς ἀρετῆς; Synes., Kgdm. 13 p. 12c. κ. τῶν ἔργων=in the deeds of others; Wsd 8:18; Jos., Ant. 2, 62) ὅπως ἡ κ. τῆς πίστεώς σου ἐνεργὴς γένηται that your participation in the faith may be made known through your deeds Phlm 6. γνῶναι κοινωνίαν παθημάτων αὐτοῦ become aware of sharing his sufferings Phil 3:10. ἡ κ. τῆς διακονίας τῆς εἰς τοὺς ἁγίους taking part in the relief of God’s people 2 Cor 8:4. Perh. this is the place for 1 Cor 1:9 (s. 1 above); 2 Cor 13:13 ( participation in the Holy Spirit: Ltzm., Kümmel in appendix to Ltzm. comm., Windisch, Seesemann [s. below] 70; Goodsp., Probs. 169f; s. 1 above.—Cp. τοῦ ἁγίου πνεύματος κ. of ecstasy Did., Gen. 230, 16); 1 Cor 10:16 (participation in the blood [body] of Christ. So ASchlatter, Pls der Bote Jesu ’34, 295f et al.; s. 3 above. But perh. here κοινωνία w. gen. means the common possession or enjoyment of someth. [Diod S 8, 5, 1 ἀγελῶν κ.= of the flocks; Maximus Tyr. 19, 3b ἐπὶ κοινωνίᾳ τῆς ἀρετῆς=for the common possession of excellence; Diog. L. 7, 124; Synes., Kgdm. 20 p. 24b; Hierocles 6, 428: we are to choose the best man as friend and unite ourselves with him πρὸς τὴν τῶν ἀρετῶν κοινωνίαν=for the common possession or enjoyment of virtues; 7, 429 τῶν καλῶν τὴν κ.]. Then 1 Cor 10:16 would be: Do not the cup and the bread mean the common partaking of the body and blood of Christ? After all, we all partake of one and the same bread). Eph 3:9 v.l. (for οἰκονομία)—JCampbell, Κοινωνία and Its Cognates in the NT: JBL 51, ’32, 352–80; EGroenewald, Κοινωνία (gemeenskap) bij Pls, diss. Amst. ’32; HSeesemann, D. Begriff Κοινωνία im NT ’33; PEndenburg, Koinoonia … bij de Grieken in den klass. tijd ’37; HFord, The NT Conception of Fellowship: Shane Quarterly 6, ’45, 188–215; GJourdan, Κοινωνία in 1 Cor 10:16: JBL 67, ’48, 111–24; KNickle, The Collection, A Study in Paul’s Strategy, ’66.—EDNT additional bibl. S. also RAC IX 1100–1145.—DELG s.v. κοινός. M-M. TW. Sv.
См. также в других словарях:
bond — n. & v. n. 1 a a thing that ties another down or together. b (usu. in pl.) a thing restraining bodily freedom (broke his bonds). 2 (often in pl.) a a uniting force (sisterly bond). b a restraint; a responsibility (bonds of duty). 3 a binding… … Useful english dictionary
Bond — n. & v. n. 1 a a thing that ties another down or together. b (usu. in pl.) a thing restraining bodily freedom (broke his bonds). 2 (often in pl.) a a uniting force (sisterly bond). b a restraint; a responsibility (bonds of duty). 3 a binding… … Useful english dictionary
bond — ► NOUN 1) a thing used to tie or fasten things together. 2) (bonds) physical restraints used to hold someone prisoner. 3) a force or feeling that unites people. 4) a binding agreement. 5) a certificate issued by a government or a public company… … English terms dictionary
bond — bond1 bondable, adj. bondability, n. bonder, n. bondless, adj. /bond/, n. 1. something that binds, fastens, confines, or holds together. 2. a cord, rope, band, or ligament … Universalium
bond — noun 1》 a thing used to tie or fasten things together. ↘(bonds) physical restraints used to hold someone prisoner. 2》 a force or feeling that unites people. 3》 a binding agreement, especially one which commits someone to make a payment to… … English new terms dictionary
bond — bond1 [bänd] n. [ME bond, band: see BAND1] 1. anything that binds, fastens, or restrains 2. [pl.] a) fetters; shackles b) Archaic imprisonment; captivity 3 … English World dictionary
Bond — (b[o^]nd), n. [The same word as band. Cf. {Band}, {Bend}.] 1. That which binds, ties, fastens, or confines, or by which anything is fastened or bound, as a cord, chain, etc.; a band; a ligament; a shackle or a manacle. [1913 Webster] Gnawing with … The Collaborative International Dictionary of English
Bond creditor — Bond Bond (b[o^]nd), n. [The same word as band. Cf. {Band}, {Bend}.] 1. That which binds, ties, fastens, or confines, or by which anything is fastened or bound, as a cord, chain, etc.; a band; a ligament; a shackle or a manacle. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
Bond debt — Bond Bond (b[o^]nd), n. [The same word as band. Cf. {Band}, {Bend}.] 1. That which binds, ties, fastens, or confines, or by which anything is fastened or bound, as a cord, chain, etc.; a band; a ligament; a shackle or a manacle. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
Bond of a slate — Bond Bond (b[o^]nd), n. [The same word as band. Cf. {Band}, {Bend}.] 1. That which binds, ties, fastens, or confines, or by which anything is fastened or bound, as a cord, chain, etc.; a band; a ligament; a shackle or a manacle. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
Bond timber — Bond Bond (b[o^]nd), n. [The same word as band. Cf. {Band}, {Bend}.] 1. That which binds, ties, fastens, or confines, or by which anything is fastened or bound, as a cord, chain, etc.; a band; a ligament; a shackle or a manacle. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English